EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91999E002370

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2370/99 van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie. 20 jaar vogelbescherming in de Europese Unie.

PB C 280E van 3.10.2000, p. 33–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91999E2370

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2370/99 van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie. 20 jaar vogelbescherming in de Europese Unie.

Publicatieblad Nr. 280 E van 03/10/2000 blz. 0033 - 0034


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2370/99

van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie

(16 december 1999)

Betreft: 20 jaar vogelbescherming in de Europese Unie

De EU-richtlijn inzake vogelbescherming en het Verdrag van Bonn inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten zijn merkpalen van het natuurbeschermingsrecht. Na 20 jaar is het nu tijd om balans op te maken.

1. Meent de Commissie dat deze rechtsinstrumenten hun doel hebben bereikt?

2. Zijn er tekortkomingen wat betreft de omzetting van de richtlijn inzake de vogelbescherming en het Verdrag van Bonn? Zo ja, waarom?

3. In hoeverre hebben de lidstaten, resp. de ondertekenende landen van het Verdrag van Bonn aan de eisen voldaan, en met name de uit de EG-richtlijn inzake vogelbescherming voortvloeiende plichten ter uitbreiding van de beschermde gebieden (speciale beschermde gebieden, SPA's) de omzetting van de wetsbepalingen inzake beschermde soorten alsmede de plicht tot rapportage aan de Commissie?

4. Welke rol speelden en spelen de niet-gouvernementele organisaties en verenigingen bij de omzetting van de richtlijn en het Verdrag? Hoe kunnen zij hun invloed vergroten?

5. Hoe kan naar de mening van de Commissie de omzetting van de EU-richtlijn inzake vogelbescherming en het Verdrag van Bonn doeltreffender geschieden? Welke rol is er hierbij weggelegd voor de deskundigheid van de niet-gouvernementele organisaties en verenigingen?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(2 februari 2000)

1. De doelstellingen van het Verdrag van Bonn inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten, waarbij de Gemeenschap partij is, zijn in het kader van de Gemeenschap verwezenlijkt door Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand(1). Hoewel de afgelopen 20 jaar veel is bereikt, zijn de doelstellingen van de vogel(tjes)richtlijn nog steeds niet volledig verwezenlijkt.

2. In enkele lidstaten zijn er nog moeilijkheden met de vaststelling van het jachtseizoen in de nationale wetgeving, maar de tenuitvoerlegging op het gebied van de beschermingszonesgeeft de meeste problemen.

3. Volgens wetenschappelijke bronnen hebben alleen Denemarken en België het voornaamste doel, de aanwijzing van de meest geschikte gebieden als speciale beschermingszones(SPA's) ruimschoots verwezenlijkt. In andere lidstaten is dit proces nog niet afgerond. Sommige lidstaten, waaronder Duitsland, hebben nog niet de nodige informatie verstrekt over hun geclassificeerde SPA's, waardoor de Commissie onmogelijk haar coördinerende rol ten aanzien van het netwerk van SPA's kan spelen. Er lopen momenteel 47 inbreukprocedures wegens niet naleving van de richtlijn.

4. De non-gouvernementele organisaties (NGO's) spelen een essentiële rol bij de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de richtlijn. Deze rol omvat wetenschappelijk werk met betrekking tot vogelsoorten, hun habitats en biotopen, en permanent toezicht op en beheer van belangrijke gebieden.

5. De voornaamste taak is echter de zorg voor een volledige implementatie en handhaving van de richtlijn door de lidstaten. Als hoedster van het EG-Verdrag zal de Commissie haar taak vervullen, samen met de lidstaten en de NGO's. Het LIFE-Natuurfonds moet ook een belangrijke rol blijven spelen bij de ondersteuning van projecten ter bescherming van met uitsterven bedreigde trekvogelsoorten.

(1) PB L 103 van 25.4.1979.

Top