91999E0805

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0805/99

van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie

(6 april 1999)

Betreft: Financiering door Groot-Brittannië van de werken voor de aanleg van dammen in Turkije

Zoals bekend hebben de bevoegde Britse autoriteiten hun goedkeuring gegeven voor de financiering van een Turks project dat voorziet in de aanleg van een reeks dammen op de Tigris en de Eufraat.

Het volgende dient te worden opgemerkt:

a) het gezamenlijk beheer van aquatische bronnen is van grote betekenis en met deze kwestie zijn aanzienlijke belangen gemoeid van de landen door wiens grondgebied deze rivieren stromen;

b) de aanleg van de dammen zal tot een enorme milieuramp leiden, zal duizenden bewoners van het gebied tot verhuizen dwingen en zal 15 steden en 52 dorpen, waarvan er een aantal unieke monumenten bezitten, blank zetten;

c) Turkije is een van de weinige landen die de VN-overeenkomst van 1997 inzake de regeling van grensgeschillen tussen staten die samen aquatische bronnen beheren, niet heeft ondertekend;

d) de EU-lidstaten hebben de VN-overeenkomst inzake aquatische bronnen ondertekend en op grond van artikel 130 Y, lid 3, en 130 V van het Verdrag betreffende de Europese Unie houden de Gemeenschap en de lidstaten zich aan de verbintenissen en doelstellingen die zij in het kader van de Verenigde Naties en andere bevoegde organisaties hebben onderschreven.

Kan de Commissie:

1. in het licht van wat voorafgaat, zeggen of de manier waarop het project door Turkije wordt gepromoot, naar haar mening beantwoordt aan de voorwaarden die de VN-overeenkomst stelt inzake het gezamenlijk beheer van aquatische bronnen, los van het feit dat Turkije deze overeenkomst niet heeft ondertekend?

2. Indien zij meent dat dit niet het geval is, welke maatregelen kan zij krachtens genoemde artikelen van het EU-verdrag nemen om te verhinderen dat het project door Groot-Brittannië wordt gefinancierd?

Antwoord van de heer van den Broek namens de Commissie

(6 mei 1999)

Het is inderdaad juist dat Turkije, zoals het geachte parlementslid dit vermeldt, het Verdrag van de Verenigde Naties van 1997 dat hij in zijn schriftelijke vraag heeft genoemd, niet heeft ondertekend. Turkije kan dus niet aan de bepalingen van dit verdrag worden gehouden.

Bovendien zijn er op de begroting van de Gemeenschap geen gelden vrijgemaakt voor het project dat het geachte parlementslid noemt. Zoals de zaken er thans voorstaan, valt de kwestie van de financiële steun aan dit project door het Verenigd Koninkrijk derhalve onder de verantwoordelijkheid van de Britse overheid.