Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91999E000586

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 586/99 van Nuala AHERN Vierde verslag over de huidige situatie en de vooruitzichten voor het beheer van radioactief afval in de Europese Unie (COM(98)799 def.)

PB C 348 van 3.12.1999, p. 104 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91999E0586

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 586/99 van Nuala AHERN Vierde verslag over de huidige situatie en de vooruitzichten voor het beheer van radioactief afval in de Europese Unie (COM(98)799 def.)

Publicatieblad Nr. C 348 van 03/12/1999 blz. 0104


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0586/99

van Nuala Ahern (V) aan de Commissie

(12 maart 1999)

Betreft: Vierde verslag over de huidige situatie en de vooruitzichten voor het beheer van radioactief afval in de Europese Unie (COM(98) 799 def.)

In de mededeling van de Commissie over de huidige situatie en de vooruitzichten voor het beheer van radioactief afval in de Europese Unie en haar vierde verslag over dit onderwerp (COM(98) 799 def., 11 januari 1999) verwijst de Commissie (b.v. in afdeling 1.8) naar een groot aantal resoluties van de Raad (waarvan een enkele zelfs uit 1989 dateert) waarop haar strategie is gebaseerd. Waarom heeft de Commissie in het geheel geen gewag gemaakt van het door de heer Llewllyn Smith opgestelde verslag van het Parlement inzake het vervoer en de opslag van radioactief afval (A3-0220/93)(1), dat op 16 juli 1993 door het EP met een aantal amendementen werd goedgekeurd? Meer in het bijzonder: waarom heeft de Commissie geen gevolg gegeven aan aanbeveling 19 van dat verslag, waarin er bij de Commissie op wordt aangedrongen een volledige database op te stellen van alle soorten radioactief afval in de Gemeenschap en de plaatsen waar deze liggen opgeslagen?

Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie

(31 maart 1999)

De belangrijkste verwijzing in het vierde verslag heeft betrekking op de Resolutie van de Raad van 15 juni 1992 waarbij het actieplan op het gebied van radioactieve afvalstoffen werd goedgekeurd(2). Het eerste punt van dit plan - de vereiste de Raad een analyse van de stand van zaken en de vooruitzichten op het gebied van het beheer van radioactieve afvalstoffen in de lidstaten te verstrekken - vormt de basis voor het vierde verslag. In het kader van deze analyse dient informatie te worden verstrekt over een aantal uitdrukkelijk vermelde onderwerpen, waaronder "de bestuurs-, regelgevings- en juridische structuren en -kaders met betrekking tot het beheer van radioactieve afvalstoffen in de Gemeenschap". De andere door het geachte parlementslid vermelde verwijzingen naar richtlijnen, resoluties en mededelingen (in afdeling 1.8) beantwoorden met name aan bovenvermeld verzoek om informatie.

In aanbeveling nr. 17 van de Resolutie van het Parlement over de milieu- en volksgezondheidsaspecten van de opslag, het vervoer en de opwerking van gebruikte splijtstoffen(3) wordt de Commissie verzocht per locatie in de Gemeenschap een complete databank van alle categoriën radioactief afval op te zetten. Dit verzoek gaat veel verder dan de bepalingen van het actieplan, volgens welke de Commissie alleen een lijst moet opstellen van de opslaginstallaties "rekening houdend met de aard van de producten die moeten worden opgeslagen". Verder zij erop gewezen dat het opzetten van het door het Parlement voorgestelde soort databank als op zijn minst onpraktisch moet worden beschouwd. Een complete databank voor een lidstaat, bijvoorbeeld de door NIREX opgezette databank (DOE/RAS/96.001) voor het Verenigd Koninkrijk, omvat 444 pagina's, waarbij dan nog de verschillende honderden pagina's van de bijlagen komen. Het door ANDRA voor Frankrijk opgestelde verslag omvat een vergelijkbaar aantal pagina's. Het opnieuw publiceren van die informatie, welke reeds algemeen toegankelijk is, zou kunnen worden beschouwd als het niet op de juiste wijze aanwenden van schaarse middelen. De Commissie is bovendien van oordeel dat het beknopte gegevensoverzicht in het vierde verslag door een veel ruimer publiek zal kunnen worden gewaardeerd.

Om in positieve zin af te sluiten zij nog vermeld dat de Commissie binnenkort waarschijnlijk haar goedkeuring zal hechten aan een aanbeveling betreffende een communautair classificatiesysteem voor radioactieve afvalstoffen, dat in de toekomst zou moeten bijdragen tot een efficiëntere inzameling en bekendmaking van de gegevens over alle soorten radioactief afval.

(1) PB C 255 van 20.9.1993, blz. 255.

(2) PB C 158 van 25.6.1992.

(3) PB C 255 van 20.9.1993.

Top