91999E0154

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0154/99

van Anita Pollack (PSE) aan de Commissie

(11 februari 1999)

Betreft: Lindaan

Kan de Commissie in vervolg op mijn vragen E-2417/98(1) en E-2860/97(2) meedelen of zij het verslag van Oostenrijk over lindaan inmiddels ontvangen heeft?

Zo ja, wanneer denkt zij de inhoud daarvan openbaar te kunnen maken? Zo niet, wanneer hoopt zij bedoeld verslag te ontvangen?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(29 maart 1999)

Het ontwerpdocument over lindaan, opgesteld in het kader van het eerste herzieningsprogramma, dat is uitgevoerd op grond van Verordening (EEG) 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(3), is op 17 december 1998 door Oostenrijk, de als rapporteur optredende lidstaat, voorgelegd aan de Commissie en de lidstaten.

Overeenkomstig de standaardprocedures in het kader van Verordening (EEG) 3600/92, is het ontwerp-rapport rechtstreeks doorgezonden met het oog op de raadpleging van deskundigen ("peer review"), waarbij specialisten uit vijf lidstaten betrokken zijn. Het document wordt daarbij aan een diepgaand onderzoek onderworpen op alle gebieden van de menselijke gezondheid en de milieuveiligheid (fysiek-chemische eigenschappen, toxicologie, afvalstoffen, ecotoxicologie, uitwerking op en gedrag in het milieu).

De eindresultaten van deze herziening worden in november 1999 verwacht. De resultaten van deze herziening worden vervolgens besproken in het wetenschappelijke comité voor planten, alsmede met de lidstaten in het permanent plantenziektekundig comité.

De Commissie heeft de lidstaten in het permanent plantenziektekundig comité echter tevens op de hoogte gesteld van de inhoud van de Oostenrijkse documentatie.

(1) PB C 118 van 29.4.1999, blz. 73.

(2) PB C 117 van 16.4.1998, blz. 84.

(3) PB L 366 van 15.12.1992.