EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E003398

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3398/98 van Guido PODESTÀ aan de Commissie. Adoptie van minderjarigen

PB C 182 van 28.6.1999, p. 77 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91998E3398

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3398/98 van Guido PODESTÀ aan de Commissie. Adoptie van minderjarigen

Publicatieblad Nr. C 182 van 28/06/1999 blz. 0077


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3398/98

van Guido Podestà (PPE) aan de Commissie

(17 november 1998)

Betreft: Adoptie van minderjarigen

Hoewel ik mij zeer goed bewust ben van het feit dat de wetgeving op het gebied van adoptie en plaatsing in pleeggezinnen van minderjarigen niet direct tot de bevoegdheid van de Commissie behoort, lijkt het mij toch geoorloofd te vragen hoe het mogelijk is dat de Unie er niet in slaagt iets te doen aan het misbruik van minderjarigen dat, ook binnen de Unie, plaatsvindt bij adoptie of plaatsing in pleeggezinnen, vooral wanneer het kind in een ander land terechtkomt of wanneer het land van herkomst van het kind zeer arm is. Men denke maar aan wat er de laatste 15 jaar is gebeurd in Roemenië, waar door het grote aantal kinderen dat is geadopteerd door burgers van lidstaten van de Unie de generatiecyclus ernstig is verstoord en waar alleen fysiek en/of mentaal gehandicapte kinderen niet zijn geadopteerd.

Is de Commissie niet van mening, gezien het feit dat vele wetten van lidstaten op dit gebied zich baseren op het Verdrag van de Raad van Europa inzake kinderbescherming van 1993, waarin van de lidstaten wordt gevraagd nauw samen te werken bij internationale adoptie, en gelet op de ontwerpresolutie van het Europees Parlement van 1996 waarin de Raad en de Europese Commissie werden verzocht om, in overleg met de geassocieerde landen en onder eerbiediging van de geldende internationale bepalingen, hun activiteit op juridisch en sociaal gebied met betrekking tot de adoptieproblematiek te versterken,

1. dat voor grensoverschrijdende adoptie, die een bijzondere vorm is van het vrij verkeer van personen, een echte harmonisatie van de wetten van de lidstaten dringend geboden is;

2. dat dit probleem ook uit juridisch oogpunt moet worden aangepakt, om te voorkomen dat adoptie, bij ontstentenis van een strikt, maar tegelijkertijd transparant en eenvoudig stelsel van waarborgen, vergezeld gaat van machtsmisbruik en bureaucratie en de vorm aanneemt van handel in weerloze wezens, namelijk kinderen;

3. dat moet worden voorkomen dat een dergelijk stelsel van geharmoniseerde wetten tot een nieuwe bureaucratische horde voor adoptie wordt, maar dat ervoor moet worden gezorgd dat het nieuwe systeem de minderjarigen enerzijds de noodzakelijke bescherming biedt en anderzijds de mogelijkheid van een beter leven in een nieuw gezin?

Antwoord van mevrouw Gradin namens de Commissie

(7 januari 1999)

De Commissie deelt de bezorgdheid van het geachte parlementslid voor kinderen uit derde landen in geval van grensoverschrijdende adoptie of plaatsing in pleeggezinnen.

De conventie van Den Haag betreffende grensoverschrijdende adopties van 1993 biedt een kader voor internationale samenwerking. Zij bestrijkt de contacten tussen de overheidsdiensten in het land van herkomst en het ontvangende land; tevens worden hierin problemen bij de erkenning van adoptiebesluiten behandeld. De conventie laat de rechten en de belangen van het kind voorgaan. De Commissie is van oordeel dat de ondertekening en ratificering van de conventie door alle lidstaten het wettelijk kader voor grensoverschrijdende adopties aanzienlijk zouden verbeteren. Totnogtoe hebben acht lidstaten de conventie ondertekend. Geratificeerd hebben het evenwel enkel Denemarken, Spanje en Finland. Op te merken valt dat vele landen van herkomst de conventie reeds hebben ondertekend en geratificeerd.

Bovendien zal het Verdrag(1) inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van de Europese Unie van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken na de ratificering hiervan aanzienlijk bijdragen tot de snelle behandeling van adoptieprocedures binnen de Gemeenschap.

De Commissie is niet voornemens in de nabije toekomst de wetgeving van de lidstaten terzake te harmoniseren aangezien er reeds internationale instrumenten op dit gebied bestaan.

(1) PB C 261 van 27.8.1997.

Top