EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E003102

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3102/98 van Marie-Noëlle LIENEMANN aan de Commissie. Richtlijn verzekeringen

PB C 207 van 21.7.1999, p. 30 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91998E3102

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3102/98 van Marie-Noëlle LIENEMANN aan de Commissie. Richtlijn verzekeringen

Publicatieblad Nr. C 207 van 21/07/1999 blz. 0030


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3102/98

van Marie-Noëlle Lienemann (PSE) aan de Commissie

(8 oktober 1998)

Betreft: Richtlijn verzekeringen

De onderlinge ziekenfondsverzekeringen zonder winstoogmerk zijn van essentieel belang om iedereen toegang te geven tot medische verzorging en een preventiestrategie te ontwikkelen.

Zij dragen op solidaire wijze bij tot een betere sociale bescherming van de Europese burgers.

Acht de Commissie het derhalve niet wenselijk om voor deze ziekenfondsen een ander wettelijk kader vast te stellen dan de richtlijn inzake verzekeringen?

Hoe wil de Commissie meer in het algemeen rekening houden met het specifieke karakter van de onderlinge verzekeringen en de bescherming van hun belangen?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(16 november 1998)

De Commissie erkent het belang van de rol die onderlinge ziekenfondsen spelen binnen de sociale economie van de Gemeenschap.

Wat het verzekeringsbedrijf betreft, stellen de communautaire richtlijnen inzake verzekeringen de voorwaarden voor het uitoefenen van deze activiteit in de eenheidsmarkt vast, overeenkomstig de beginselen van het EG-Verdrag inzake vrijheid van vestiging en van dienstverrichting. Die richtlijnen bevatten een regeling inzake de toegang tot en de uitoefening van die activiteiten, waarin wordt geëist dat verzekeringsondernemingen ongeacht hun juridische vorm over behoorlijke financiële waarborgen beschikken opdat zij steeds in staat zouden zijn de verbintenissen na te komen die uit de door hen ondertekende verzekeringscontracten voortvloeien. Die regeling is gebaseerd op een uitgebreid toezicht op de financiële aspecten van de verzekeringsondernemingen, waarbij onder meer wordt geëist dat er steeds voldoende technische voorzieningen zijn gevormd, dat die voorzieningen worden gedekt met gelijkwaardige congruente activa die volgens strikte regels worden belegd, dat voor alle activiteiten een afdoende solvabiliteitsmarge wordt gevormd die wordt berekend volgens de bepalingen van de richtlijnen verzekeringen, en dat er in alle verzekeringsondernemingen een goede administratieve en boekhoudkundige organisatie en adequate interne controleprocedures bestaan.

De communautaire richtlijnen die in de sector verzekeringen zijn aangenomen, bevatten reeds bepalingen waarin rekening wordt gehouden met het specifieke karakter van verzekeringsondernemingen die de vorm van een onderlinge verzekering aannemen. Deze bepalingen betreffen met name de vorming van eigen middelen van die organisaties (solvabiliteitsmarge) en staan onderlinge verzekeringsondernemingen buiten de tak levensverzekering toe de aanvullende bijdragen te gebruiken voor de vorming van hun solvabiliteitsmarge, ten belope van 50 % van die marge. Bovendien is het de lidstaten krachtens de richtlijnen toegestaan het minimum voorgeschreven garantiefonds voor die onderlinge verzekeringsondernemingen met 25 % te verlagen.

In de richtlijn betreffende het aanvullende toezicht op verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep, die op 27 oktober 1998 door de Raad en het Parlement is aangenomen(1), wordt volledig rekening gehouden met de wensen die de onderlinge verzekeringsondernemingen in de loop van dat wetgevend proces hebben bekendgemaakt. Die richtlijn creëert immers de nodige voorwaarden opdat onderlinge verzekeringsondernemingen, die per definitie geen wederzijdse participaties mogen hebben, en verzekeringsondernemingen in de vorm van een vennootschap op gelijke basis kunnen worden behandeld wat betreft de naleving van de solvabiliteitseisen, wanneer zij deel uitmaken van een verzekeringsgroep.

De lopende werkzaamheden over het statuut van de Europese onderlinge vennootschap en de Europese coöperatieve vennootschap hebben eveneens tot doel de onderlinge verzekeringsondernemingen in de lidstaten een juridisch instrument te verschaffen dat aan hun specifiek karakter is aangepast en waardoor zij zich op de interne markt kunnen begeven om er hun activiteit uit te oefenen.

(1) PB L 330 van 5.12.1998.

Top