Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E002290

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2290/98 van José BARROS MOURA aan de Commissie. Het uittrekken van informatie over de evaluatie van de nationale werkgelegenheidsprojecten

    PB C 96 van 8.4.1999, p. 70 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91998E2290

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2290/98 van José BARROS MOURA aan de Commissie. Het uittrekken van informatie over de evaluatie van de nationale werkgelegenheidsprojecten

    Publicatieblad Nr. C 096 van 08/04/1999 blz. 0070


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2290/98

    van José Barros Moura (PSE) aan de Commissie

    (22 juli 1998)

    Betreft: Het uittrekken van informatie over de evaluatie van de nationale werkgelegenheidsprojecten

    Parafraserend op een woordgrapje dat sinds kort in mijn land populair is, weet de Commissie dat ik weet dat de Commissie weet dat ik weet wat er gebeurd is, zodat de door haar nu gepresenteerde versie (zie vragenuur van juni 1998 en H-0527/98(1)) een achterhaalde, verrassende, onhandige en voor mij totaal onaanvaardbare herschrijving van de geschiedenis vormt (in dit geval met een kleine letter wel te verstaan). Uit beleefdheid zal ik geen namen noemen, maar ik herinner de Commissie er wel aan dat een ambtenaar het interne document van haar diensten aan journalisten heeft doorgespeeld vóórdat het bewuste document naar de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten werd verstuurd. Het lag overigens niet alleen niet in de bedoeling dit document op dat moment openbaar te maken, maar ook de datum van 17 juni op het begeleidend schrijven spreekt boekdelen omdat het hier om een document ter voorbereiding van mededeling COM(98) 0316 def. handelt, die gedateerd is op... 13 mei.

    Dat kan alleen maar betekenen dat men het "informatielek" binnen de instelling heeft willen toedekken, want waarom zou men anders officieel een "voorafgaande evaluatie" meer dan een maand na de publicatie van de mededeling die hieruit voortvloeide openbaar maken? Nadat deze "informatie was uitgelekt", gaf een andere ambtenaar, die de Commissie in een andere bevoegde instelling vertegenwoordigt, toe dat een intern document helaas zonder toestemming openbaar was gemaakt.

    Het gaat hier om zeer ernstige feiten, maar het is echter niet de eerste keer dat dit gebeurt. Het openbaar maken van interne documenten die vaak onjuistheden bevatten, leidt onvermijdelijk tot voor de hand liggende politieke en economische gevolgen - afgezien nog van het feit dat hiermee het prestige van de lidstaten wordt geschaad. Een dergelijke misstap kan dan ook niet als toevallig of onschuldig worden beschouwd.

    Ik stel dan ook opnieuw de vragen die de Commissie onbeantwoord heeft gelaten:

    1. Is dit hetgeen de Commissie onder transparantie verstaat - d.w.z. de lidstaten door het publiceren van voorbereidende documenten op stang jagen voordat deze zich hierover ook maar hebben kunnen uitspreken?

    2. Is de Commissie van mening dat zij zich hiermee aan de gedragscode van de instellingen van de Europese Unie houdt die gebaseerd is op de samenwerking tussen onafhankelijke instellingen, en met name de Commissie, de Raad en het Parlement?

    Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie

    (6 oktober 1998)

    In haar antwoord op mondelinge vraag H-0527/98 over hetzelfde onderwerp heeft de Commissie al de gelegenheid gehad de geachte afgevaardigde in te lichten over de aard en de doelstellingen van het verslag van de diensten van de Commissie over de evaluatie van de nationale werkgelegenheidsplannen(2). Dit verslag, alsmede de mededeling waarop het betrekking heeft(3), bevat de resultaten van de bestudering door de Commissie, onder eerbiediging van haar bevoegdheden, van de op de door de Raad goedgekeurde richtsnoeren gebaseerde nationale actieplannen voor werkgelegenheid.

    In dee volledige uitoefening van haar rol binnen het comité voor de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt heeft de Commissie deelgenomen aan de werkzaamheden daarvan met het oog op de voorbereiding van de Europse Raad te Cardiff. Op 14 mei 1998, daags na de goedkeuring van de mededeling, heeft de Commissie deze, tezamen met het ondersteunende verslag, aan de vertegenwoordigers van de lidstaten overhandigd om het comité bij te staan tijdens de gezamenlijke bestudering van de nationale plannen.

    De resultaten van de Europese Raad van Cardiff, voor wat betreft de werkgelegenheidsstrategie, zijn door de Commissie, de lidstaten, de sociale partners en, naar het schijnt, ook door het Parlement, zeer positief beoordeeld. Tussen de Commissie en de lidstaten is een zeer dynamische dialoog ontstaan, die onlangs is uitgemond in de verwezenlijking van bilaterale bijeenkomsten met alle lidstaten en de overlegging van uitvoeringsverslagen, waardoor in de actieplannen onvoldoende uitgewerkte aspecten konden worden verduidelijkt.

    Het verheugt de Commissie dat de Euopese werkgelegenheidsstrategie, sinds het begin ervan, geleid is met een hoge mate van samenwerking tussen de Instellingen en zij is voornemens alles te doen wat in haar vermogen ligt opdat in de toekomst deze geest van samenwerking behouden blijft.

    (1) Handelingen van het Europees Parlement (juni 1998).

    (2) "Van richtsnoeren tot actie: concrete evaluatie van de nationale actieplannen - Ondersteunend verslag".

    (3) COM(98) 316 def. "Van richtsnoeren tot actie: De nationale actieplannen voor de werkgelegenheid".

    Top