91998E2057

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2057/98

van Felipe Camisón Asensio (PPE) aan de Raad

(6 juli 1998)

Betreft: Het certificaat "Europass-opleiding"

Wanneer en hoe kunnen de Europese studenten meedoen met de beroepsopleiding uit bovengenoemd programma? Heeft het net zulke voordelen en faciliteiten als het Erasmus-programma?

Antwoord

(22 oktober 1998)

Bij de bevordering van Europese opleidingstrajecten in het kader van alternerende opleidingen, waaronder begrepen het leerlingwezen, gaat het niet om een commuautair programma, maar om een document waarmee op communautair niveau wordt bekrachtigd dat de houder opleidingsperiodes in een andere lidstaat heeft volbracht. Het certificaat "Europass-opleiding" dient te waarborgen dat de bekwaamheden en de ervaring die zijn verworven gedurende een opleidingsperiode in het buitenland duidelijker zichtbaar kunnen worden gemaakt. De aanpak verschilt derhalve sterk van die van het Erasmus-programma, dat inmiddels vervangen is door het Socrates-programma, en dat betrekking heeft op uitwisselingen tussen universiteiten.

Op 16 juli 1998 heeft het Europees Parlement de ontvangst bevestigd van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende het voorstel voor een beschikking van de Raad inzake de bevordering van Europese opleidingstrajecten in het kader van alternerende opleidingen, waaronder begrepen het leerlingwezen. De voorzitter van het Europees Parlement heeft verzocht de adviestermijn van het Parlement met één maand te verlengen.

De Raad zal zijn werkzaamheden voortzetten nadat het Europees Parlement zijn advies heeft uitgebracht; tijdens de Raad (Arbeid en Sociale Zaken) op 2 december 1998 zou hij dan een politiek akkoord over de tekst kunnen bereiken.

Eenmaal aangenomen, zal de beschikking met ingang van 1 januari 2000 van kracht worden.