Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E001397

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1397/98 van Leonie van BLADEL aan dee Raad. Vragen over rechtshulp EU-gedetineerden in Marokko

    PB C 323 van 21.10.1998, p. 131 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91998E1397

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1397/98 van Leonie van BLADEL aan dee Raad. Vragen over rechtshulp EU-gedetineerden in Marokko

    Publicatieblad Nr. C 323 van 21/10/1998 blz. 0131


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1397/98 van Leonie van Bladel (UPE) aan de Raad (6 mei 1998)

    Betreft: Vragen over rechtshulp EU-gedetineerden in Marokko

    1. Is de Raad zich bewust van de hulpeloze toestand waarin verdachten uit landen van de Europese Unie komen te verkeren wanneer zij in Marokko, een land waarvan zij de taal geheel niet beheersen, verstoken blijven van adequate rechtsbijstand, alsmede hulp aan professionele tolken en adequate humanitaire bijstand?

    2. Realiseert de Raad zich welke ernstige gevolgen een dergelijk gebrek aan professionele ondersteuning voor EU-onderdanen in een procedure kan hebben?

    3. Is het de Raad bekend dat zich onder de gevangenen in Marokko die afkomstig zijn uit EU-lidstaten ook een aantal mensen bevinden die ouder zijn dan 70 jaar, die in een cultureel isolement verkeren, en daar onevenredig zwaar onder lijden?

    4. Is de Raad op de hoogte van het feit dat het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken na het bezoek van de Nederlandse ambtelijke delegatie onder leiding van de chef Afrika van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Damoiseaux, in oktober 1997, nooit meer contact heeft opgenomen met de Marokkaanse overheid teneinde te onderhandelen over een verdrag voor overbrenging van veroordeelden naar Nederland voor het uitzitten van de hun opgelegde straffen in Nederlandse gevangenissen?

    5. Kan de Raad aangeven waarom er geen gevolg is gegeven aan het aanbod, in oktober 1997, van de Marokkaanse regering, om met de Nederlandse regering te onderhandelen over een verdrag teneinde de Nederlandse onderdanen in hun eigen culturele omgeving, in Nederland dus, hun straffen te laten ondergaan? Temeer daar de Marokkaanse regering met ondermeer Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Portugal, Malta en België een dergelijk verdrag reeds heeft getekend. In 1997, binnen een half jaar, heeft de Marokkaanse regering zowel haar verdrag met de Belgische regering onderhandeld, alswel de definitieve overeenkomst met de Belgische regering getekend. Op welke gronden moet het maken van een dergelijke overeenkomst tussen Nederland en Marokko langer duren?

    Gecombineerd Antwoord op de schritftelijke vragen E-1396/98 en E-1397/98 (6 juli 1998)

    De onderwerpen die door de geachte afgevaardigde worden aangekaart in schriftelijke vraag 1396/98 en in de punten 4 en 5 van schriftelijke vraag 1397/98, vallen niet onder de bevoegdheid van de Raad.

    De vragen die in de punten 1, 2 en 3 van schriftelijke vraag 1397/98 worden gesteld, zijn door de Raad niet besproken.

    Top