91998E0732

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0732/98 van Hiltrud Breyer (V) aan de Commissie (2 maart 1998)

Betreft: EU-middelen voor Rijnland-Palts en Saarland sinds januari 1996

Uit hoofde van welke projecten en uit welke fondsen, en voor welke bedragen, zijn sinds januari 1995 middelen van de Gemeenschap verleend aan Rijnland-Palts en Saarland en wie waren de begunstigden? Meer specifiek:

1. Welke middelen zijn ter bevordering van de werkgelegenheid en ter bestrijding van de langdurige werkloosheid verleend door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het EOGFL, andere EU-bronnen?

2. Welke middelen zijn gegaan naar de sector onderzoek en ontwikkeling, naar de universiteiten en hogescholen, naar de particuliere sector?

3. Welke middelen werden verleend voor de bevordering van de betrekkingen en de handel met de landen van Midden- en Oost-Europa?

4. Welke middelen werden verleend in het kader van de programma's voor jongeren?

5. Idem in het kader van de programma's op het gebied van onderwijs en opleiding?

6. Idem ten behoeve van projecten voor vrouwen?

7. Voor culturele projecten?

8. Hoe beoordeelt de EU het succes van de maatregelen?

9. Hoeveel arbeidsplaatsen konden aldus worden geschapen, en voor welke beroepsgroepen?

10. Zijn deze arbeidsplaatsen van tijdelijke aard of zijn het duurzame arbeidsplaatsen?

Antwoord van de heer Santer namens de Commissie (19 maart 1998)

De Commissie is doende de ter beantwoording van de vraag nodige gegevens te verzamelen. Zij zal de resultaten van haar onderzoek zo spoedig mogelijk mededelen.