Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E000151

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 151/98 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Gedrag van de Italiaanse regering ten aanzien van de liberalisering van de telecommunicatiesector

    PB C 304 van 2.10.1998, p. 40 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91998E0151

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 151/98 van Cristiana MUSCARDINI aan de Commissie. Gedrag van de Italiaanse regering ten aanzien van de liberalisering van de telecommunicatiesector

    Publicatieblad Nr. C 304 van 02/10/1998 blz. 0040


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0151/98 van Cristiana Muscardini (NI) aan de Commissie (2 februari 1998)

    Betreft: Gedrag van de Italiaanse regering ten aanzien van de liberalisering van de telecommunicatiesector

    In het antwoord d.d. 24 april 1996 van Commissielid Van Miert op vraag 0801/96 ((PB C 217 van 26.7.1996, blz. 115. )) werd verklaard dat de Italiaanse regering had verzekerd dat "vóór 1 januari 1998¨ een vergunning zou worden toegekend aan de derde exploitant van mobiele en persoonlijke telefonie op basis van de technologie DCS 1800.

    Tot op heden is er nog geen inschrijvingsprocedure geopend voor de toekenning van deze vergunning.

    De Italiaanse regering heeft het recht om te experimenteren met de technologie DCS 1800 aan de groepen Wind en Picienne toegekend, maar pas nadat laatstgenoemden protest hadden aangetekend bij de Europese instanties.

    De Commissie had van de Italiaanse regering de verzekering gekregen dat deze geen vergunningen voor het gebruik van de technologie DCS 1800 zou toekennen vóór de afwikkeling van de openbare aanbestedingsprocedure met het oog op toekenning van een vergunning aan een derde exploitant van mobiele en persoonlijke telefonie (vraag 2120/96 van 20.3.1996).

    Het Italiaanse Ministerie van Posterijen heeft medio december 1997 zonder aanbestedingsprocedure aan "Telecom Italia spa¨ een vergunning verleend om de dienst DECT, ook "Fido¨ genaamd, op de markt te brengen.

    1. Welke maatregelen denkt de Commissie te treffen ter bescherming van de mededinging in de sector mobiele en persoonlijke telefonie, waarbij zij de vergunning aan de derde exploitant moet waarborgen en ervoor moet zorgen dat de DECT-dienst, genaamd "Fido¨, van de huidige leveranciers TIM en OPI pas na een passende periode in de handel wordt gebracht?

    2. Hoe denkt zij te ageren tegen de vertraging waarmee de Italiaanse regering de communautaire richtlijnen toepast?

    3. Is zij niet van oordeel dat de toekenning van een vergunning aan de overheidsexploitant die nog over een monopoliepositie beschikt, en wel enige dagen vóór de inwerkingtreding van de volledige liberalisering van de markt voor telecommunicatiediensten, een schending vormt van de mededingings- en marktregels en een bevoordeling en versterking betekent van de monopoliepositie?

    Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (16 maart 1998)

    Zoals het geachte parlementslid opmerkt, heeft de Italiaanse regering aangekondigd dat zij een vergunning zou toekennen aan een derde exploitant van mobiele en persoonlijke telefonie op basis van de 'digital cellular system (DCS) 1800'-technologie in de loop van 1996, d.w.z. vóór de uiterste termijn van 1 januari 1998, welke is vastgelegd in Richtlijn 96/2/EG van de Commissie van 16 januari 1996 tot wijziging van Richtlijn 90/388/EEG met betrekking tot mobiele en persoonlijke communicatie ((PB L 20 van 26.1.1996 .)). De Italiaanse regering heeft ook beloofd dat zij deze exploitant tot de markt zou toelaten alvorens de twee exploitanten van 'paneuropese openbare cellulaire digitale communicatie' (GSM) een vergunning te geven om eveneens deze technologie te exploiteren.

    De Italiaanse regering heeft evenwel niet de aangekondigde termijn gerespecteerd voor de selectie van de derde mobiele exploitant. Artikel 2, lid 4, van Richtlijn 96/2/EG bepaalt dat de lidstaten in voorkomend geval maatregelen moeten nemen om een daadwerkelijke mededinging tussen exploitanten op de relevante markt te verzekeren. De Commissie zal dientengevolge de voorwaarden die de Italiaanse regering in de inschrijvingsprocedure voor de derde exploitant heeft vastgesteld, onderzoeken in het licht van deze verplichting.

    Wat betreft het uitstel van de selectieprocedure van de derde exploitant, heeft de Commissie de Italiaanse regering op 24 november 1997 op haar verplichtingen gewezen en zal zij -in het geval dat Italië Richtlijn 96/2/EG niet nakomt- een inbreukprocedure van artikel 169 van het EG-Verdrag inleiden.

    Wat DECT (digitale Europese draadloze telecommunicatie) betreft, vormt de invoering daarvan door Telecom Italia aan de vooravond van de volledige liberalisering van de Italiaanse markt op zich geen inbreuk op de mededingingsvoorschriften van het EG-Verdrag. De voorwaarden waarop de Italiaanse regering deze introductie heeft toegestaan, en in het bijzonder het ontbreken van een juridische scheiding tussen Telecom en de divisie die DECT aanbiedt, vormen echter geen garantie dat de exploitant met een machtspositie geen mededingingsbeperkende voorwaarden zal toepassen voor eventuele concurrenten die ook een dergelijke dienst willen aanbieden. De Commissie heeft om die reden beslist een procedure te beginnen om een grotere transparantie te bereiken van de voorwaarden waarop de dienst DECT van Telecom wordt aangeboden.

    Top