Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E000128(01)

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 128/98 van John IVERSEN aan de Commissie. Vervoer en gewicht van kalveren (AANVULLEND ANTWOORD)

    PB C 304 van 2.10.1998, p. 34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91998E0128(01)

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 128/98 van John IVERSEN aan de Commissie. Vervoer en gewicht van kalveren (AANVULLEND ANTWOORD)

    Publicatieblad Nr. C 304 van 02/10/1998 blz. 0034


    SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0128/98 van John Iversen (PSE) aan de Commissie (22 januari 1998)

    Betreft: Vervoer en gewicht van kalveren

    In haar antwoord op vraag P-3757/97 ((PB C 174 van 8.6.1998, blz. 120. )) stelt de Commissie zonder zulks te onderbouwen dat de beste slachtkalveren met een levend gewicht van 300 kg een slachtgewicht van niet minder dan 160 kg kunnen opleveren.

    Zelfs als wordt aangenomen dat dit correct is, is het wiskundig nog steeds onmogelijk om voor alle kalveren met een levend gewicht van minder dan 300 kg te komen tot een gemiddelde van 162 kg.

    Verslag COM(97)165 bevat op bladzijde 12 een specificatie van de in Nederland in de periode december 1996 tot week 12 van 1997 geslachte kalveren. In kolom II zijn de kalveren opgenomen die ongeacht de premie voor het vroegtijdig op de markt brengen in deze gewichtsgroepen geleverd worden, d.w.z. de specificatie over 1995. Deze 84.464 kalveren hebben een gemiddeld gewicht van 118,7 kg.

    Indien ook de gewichtscategorieën tot 165 kg in kolom II worden opgenomen, is het wiskundig onmogelijk de overblijvende 284.150 kalveren die in Nederland in een periode van 16 weken worden geleverd zodanig in deze gewichtscategorieën te verwerken dat alle 368.614 kalveren een gemiddeld gewicht krijgen van 162 kg. Zelfs als de 284.150 overblijvende kalveren allemaal 162 kg wegen, is het gewogen gemiddelde slechts 154 kg.

    Aangezien alle andere kalveren natuurlijk niet worden geleverd met een levend gewicht van 300 kg en met een goede tot uitstekende lichaamsbouw kan het niet anders of de Nederlandse en Belgische rapportage aan Eurostat bevat fouten.

    1. Kan de Commissie mededelen welk slachtgewicht kalveren met een levend gewicht van minder dan 300 kg. gemiddeld opleveren?

    2. Kan zij een specificatie per gewichtscategorie geven van de in 1995 in Nederland en België geslachte kalveren?

    3. Kan de Commissie, indien gesteld wordt dat dit onmogelijk is, een geraamde specificatie naar gewichtscategorieën verstrekken van de in Nederland en België geslachte kalveren met een gemiddeld gewicht van 162 kg?

    Aanvullend antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (27 februari 1998)

    In aansluiting op haar antwoord van 13 februari 1998 ((PB C 223 van 17.7.1998, blz..120. )) kan de Commissie thans de volgende aanvullende informatie verstrekken.

    De Commissie neemt nota van de door de geachte afgevaardigde verstrekte analyse van de gegevens betreffende het gewicht van kalveren.

    Aangezien de Raad de algemene regels voor de premie voor het vervroegd op de markt brengen heeft vastgesteld op basis van gegevens van Eurostat, moest de Commissie zich baseren op informatie die de lidstaten aan haar Bureau voor de Statistiek hebben doorgegeven. In de categorie "kalveren¨, dat wil zeggen dieren met een levend gewicht van ten hoogste 300 kg, heeft de informatie betrekking op het totale aantal geslachte kalveren en het totale slachtgewicht van deze kalveren.

    In 1995 zijn voor Nederland 1 198 000 kalveren en een totaal slachtgewicht van 193 900 ton gemeld en voor België 336 000 kalveren en een totaal slachtgewicht van 53 800 ton, wat overeenkomt met respectieve gemiddelden van 162 en 160 kg per dier.

    Wat de laatste twee vragen betreft, krijgt de Commissie van de lidstaten geen statistische gegevens aan de hand waarvan zij de gewenste indeling naar gewicht zou kunnen opstellen.

    Top