Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E004101

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4101/97 van Christine CRAWLEY aan de Commissie. Beweringen inzake staatssubsidie voor Italiaanse juwelenfabrikanten

    PB C 323 van 21.10.1998, p. 6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91997E4101

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4101/97 van Christine CRAWLEY aan de Commissie. Beweringen inzake staatssubsidie voor Italiaanse juwelenfabrikanten

    Publicatieblad Nr. C 323 van 21/10/1998 blz. 0006


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4101/97 van Christine Crawley (PSE) aan de Commissie (16 januari 1998)

    Betreft: Beweringen inzake staatssubsidie voor Italiaanse juwelenfabrikanten

    Kan de Commissie uitleggen waarom Italiaanse juwelenfabrikanten, naar beweerd wordt, belastingfaciliteiten genieten, die tot gevolg hebben dat zij aan Europese afnemers juwelen tegen lagere prijzen kunnen verkopen, welke slechts de intrinsieke goudwaarde vertegenwoordigen en waarbij niet de gebruikelijke kosten voor financiering, distributie en verkoop zijn inbegrepen?

    Zou de Commissie tevens informatie willen verschaffen over het bericht dat de Italiaanse regering een overeenkomst gesloten zou hebben met de juwelenfabrikanten, waardoor laatstgenoemden een percentage van het gewicht aan goud dat zij verwerken, kunnen afschrijven, ongeacht de vraag of dit goud verloren is of niet? Is dit geen vorm van oneerlijke discriminatie jegens de juwelenfabrikanten in andere EG-lidstaten?

    Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (3 februari 1998)

    In een op 17 oktober ontvangen fax vestigde de geachte afgevaardigde voor het eerst de aandacht van de Commissie op de aantijgingen van een Britse juwelenfabrikant die zijn Italiaanse concurrenten ervan beschuldigt te profiteren van belastingvoordelen en andere openbare steunmaatregelen. Volgens de klager is een deel van deze informatie afkomstig uit artikelen in vakbladen.

    Op 23 oktober 1997 stuurde de Commissie de geachte afgevaardigde een brief, waarin zij uitlegde dat na onderzoek van de vermeende maatregelen was gebleken dat de beschikbare informatie niet gedetailleerd genoeg was om verder onderzoek door de Commissie mogelijk te maken. De geachte afgevaardige werd daarbij uitgenodigd om de betrokken Britse fabrikant te vragen een nauwkeurige beschrijving van de vermeende oneerlijke staatssteun en een kopie van de betrokken artikelen uit de pers voor te leggen.

    Tot op heden heeft de Commissie deze aanvullende informatie nog niet ontvangen.

    Top