91997E3984

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3984/97 van Laura González Álvarez (GUE/NGL), Alonso Puerta (GUE/NGL) en María Sornosa Martínez (GUE/NGL) aan de Commissie (14 januari 1998)

Betreft: Arbeidsomstandigheden in de steenkolengroeven in de gemeente Acalânda (Brazilië)

Het Centrum voor bescherming van het leven en de mensenrechten van Acalândia is een NGO die zich in deze Braziliaanse gemeente inzet voor erkenning van het burgerschap en de strijd tegen slavenarbeid en uitbuiting, waarbij de aandacht met name uitgaat naar de steenkoolmijnen.

Deze NGO heeft felle kritiek geuit op de situatie van uitbuiting en bijna-slavernij waarin zich de werknemers van de steenkoolmijnen van de gemeente Acalândia bevinden. In deze steenkoolgroeves vinden voortdurend ongevallen plaats als gevolg van gebrekkige arbeidsomstandigheden en tevens wordt er kritiek geuit op het feit dat hier ook kinderen jonger dan 15 jaar te werk zijn gesteld. Volgens de door deze NGO verschafte informatie behoren verscheidene van deze steenkoolgroeven toe aan de staalbedrijven Viena en Pindaré.

Kan de Commissie meedelen of zij op de hoogte is van deze kritiek? Kan de Commissie ons mededelen of in het kader van de overeenkomsten tussen de EU en Brazilië en Mercosur erop wordt toegezien dat de Braziliaanse regering de internationaal erkende arbeidsnormen en -voorwaarden naleeft en het verbod op kinderarbeid eerbiedigt?

Antwoord van de heer Marín namens de Commissie (3 februari 1998)

De Commissie is uiteraard op de hoogte van gangbare praktijken en misbruiken op het werk, met name in de mijnen, waar soms kinderen bij betrokken zijn.

Talrijke verenigingen, diverse organisaties, niet-gouvernementele organisaties of particulieren vestigen de aandacht van de Commissie op dergelijke gevallen, die meestal straatarme en weerloze bevolkingsgroepen treffen.

De uitbuiting, ja zelfs de buitensporige uitbuiting van arbeiders, is te wijten aan ontoereikende economische en sociale omstandigheden die leiden tot dit soort situaties. Het zal veel tijd vergen om deze omstandigheden te veranderen.

Men kan echter stellen dat het optreden van de Commissie in haar algemene betrekkingen met de partnerlanden, en in dit geval in haar samenwerking met Brazilië, er juist door vooraf getroffen maatregelen op gericht is een eind te maken aan dit soort situaties.

Telkens als verwacht wordt dat haar optreden doeltreffend kan zijn, streeft de Commissie er derhalve naar, op basis van beoordelingselementen waarover zij beschikt, om de autoriteiten te benaderen langs wegen die haar het meest geschikt lijken.