Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E003713

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3713/97 van Franco MALERBA aan de Commissie. De haven van Genua

PB C 158 van 25.5.1998, p. 181 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91997E3713

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3713/97 van Franco MALERBA aan de Commissie. De haven van Genua

Publicatieblad Nr. C 158 van 25/05/1998 blz. 0181


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3713/97 van Franco Malerba (UPE) aan de Commissie (12 november 1997)

Betreft: De haven van Genua

Naar aanleiding van persberichten over het besluit van de Commissie in verband met illegale praktijken van de havenautoriteiten van Genua - loodsdiensttarieven en koppelbazen -, luidt de vraag:

of de Commissie van mening is dat - na de in de Italiaanse wetgeving doorgevoerde hervormingen en de wijziging in het statuut en beheer van de haven van Genua die de afgelopen jaren is doorgevoerd - het nog steeds formeel wettelijk toegestaan is om door te gaan met deze praktijken die de Commissie schadelijk oordeelt voor de vrije concurrentie en de ontwikkeling van de activiteiten in de haven van Genua,

of de Commissie over bewijzen beschikt dat hetzelfde als in de haven van Genua gebeurt (dit heeft tot het besluit in kwestie geleid) ook gebeurt in andere Italiaanse en/of Europese havens,

of de Commissie statistische gegevens bezit over de ervaringen die in andere Europese havens zijn opgedaan met liberalisering en of deze omschakeling op een systeem waarin concurrentie mogelijk is, tot meer dan wel minder handelsverkeer en werkgelegenheid heeft geleid.

Bovendien wil ik graag van de Commissie weten wat zij in de nabije toekomst en met welke middelen wil doen om de Italiaanse regering en de haven ertoe te verplichten dat zij verder gaan op de weg naar liberalisering.

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (9 december 1997)

Het geachte Parlementslid doelt op twee beschikkingen 97/744/EEG en 1997/745/EG van de Commissie van 21 oktober 1997 met betrekking tot respectievelijk de arbeidsrechtelijke bepalingen in de Italiaanse havenwetgeving en de in de haven van Genua op de loodstarieven toegepaste kortingsregeling ((PB L 301 van 5.11.1997. )).

Via de eerste beschikking verzoekt de Commissie Italië om wijziging van de bepalingen van de havenhervormingswetten nr. 84/94 en nr. 647/96 die, hoewel zij voorzien in een gedeeltelijke vrijmaking van de markt, niettemin aan de voormalige corporaties van havenarbeiders het substantiële voorrecht van het leveren van tijdelijke arbeidskrachten blijven toekennen, hetgeen deze onterechte mededingingsvoordelen oplevert. Via de tweede beschikking verzoekt de Commissie Italië om een eind te maken aan deze kortingsregeling die zorgt voor discriminatie tussen veerbootondernemingen. Het is aan Italië om de passende maatregelen te treffen teneinde uitvoering te geven aan de beschikking van de Commissie en wel uiterlijk twee maanden na de kennisgeving daarvan.

Aan de Commissie werden geen andere klachten over soortgelijke overtredingen in Europa voorgelegd. Zij beschikt evenmin over specifieke statistische studies over de economische effecten van de liberalisatie in deze sector. Niettemin stelt zij vast dat de werkgelegenheid in de havensector in Italië steeds verder is teruggelopen (met meer dan 15.000 eenheden) zolang de voormalige corporaties van havenarbeiders hun machtspositie gehandhaafd zagen. Voorts blijkt dat na de eerste door Italië na het arrest haven van Genua ((Zaak C-179/90, Merci Convenzionali Porto di Genova, Jurisprudentie 1991, blz. I-5889 )) genomen liberalisatiemaatregelen de activiteiten in deze haven fors zijn toegenomen.

Top