Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E003602

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3602/97 van Sérgio RIBEIRO aan dee Raad. Timorese vluchtelingen in de Oostenrijkse ambassade in Djakarta

    PB C 158 van 25.5.1998, p. 161 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91997E3602

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3602/97 van Sérgio RIBEIRO aan dee Raad. Timorese vluchtelingen in de Oostenrijkse ambassade in Djakarta

    Publicatieblad Nr. C 158 van 25/05/1998 blz. 0161


    SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3602/97 van Sérgio Ribeiro (GUE/NGL) aan de Raad (7 november 1997)

    Betreft: Timorese vluchtelingen in de Oostenrijkse ambassade in Djakarta

    Sinds medio september 1997 heeft een groep Timorezen, onder wie een gezin van vier personen, haar toevlucht in de ambassade van Oostenrijk in Djakarta gezocht. De Portugese regering zou zich reeds bereid hebben getoond om de groep op haar verzoek op haar grondgebied op te nemen, maar de Indonesische autoriteiten weigeren een uitreisvisum te verstrekken omdat zij de groep beschuldigen van activiteiten die reeds twaalf andere Timorezen op een gevangenisstraf zijn komen te staan. Diverse rapporten tonen aan dat laatstgenoemden, zoals bij de Indonesische politie gebruikelijk schijnt te zijn, worden gemarteld. De vluchtelingen die in de Oostenrijkse ambassade verblijven, willen nu juist aan gevangenisstraffen en martelingen ontkomen. De Oostenrijkse regering zou door de Indonesische autoriteiten onder druk worden gezet en zij vreest nu dat deze druk nog groter zal worden als de inter-Timorese vergadering, die in Oostenrijk heeft plaatsgevonden, eenmaal afgelopen is.

    Kan de Raad mededelen of het niet mogelijk is - aangezien Oostenrijk en Portugal beide deel van de EU uitmaken - de Oostenrijkse regering te steunen bij haar terechte pogingen om weerstand tegen deze druk te bieden en stappen bij de Indonesische regering te ondernemen om de vluchtelingen naar Portugal te laten uitwijken?

    Antwoord (12 februari 1998)

    De Raad volgt de situatie in Oost-Timor van nabij en niet zonder bezorgdheid. De situatie van degenen die de Oostenrijkse ambassde zijn binnengegaan en om overbrenging naar Portugal hebben verzocht, heeft zijn voortdurende aandacht.

    De Europese Unie maakt van elke gelegenheid gebruik om haar standpunt over Oost-Timor kenbaar te maken aan de Indonesische regering. Zij blijft haar steun geven aan acties en maatregelen die gericht zijn op een oplossing van het Oost-Timorvraagstuk. Alleen indien dat vraagstuk wordt opgelost zullen incidenten met mensen die hun toevlucht zoeken in buitenlandse ambassades in Jakarta niet meer voorkomen. De Unie heeft ook uitdrukkelijk aan de Indonesische regering haar bezorgdheid kenbaar gemaakt met betrekking tot de situatie van de Oost-Timorezen die zich nog in de Oostenrijkse ambassade in Jakarta bevinden.

    Het is de wens van de Unie dat een snelle oplossing kan worden gevonden.

    Top