Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E003578

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3578/97 van Klaus LUKAS aan de Commissie. Euro en prijstransparantie

    PB C 187 van 16.6.1998, p. 24 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91997E3578

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3578/97 van Klaus LUKAS aan de Commissie. Euro en prijstransparantie

    Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0024


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3578/97 van Klaus Lukas (NI) aan de Commissie (13 november 1997)

    Betreft: Euro en prijstransparantie

    Door de invoering van de euro zal de prijstransparantie in Europa merkbaar toenemen. Zoals gebruikelijk heeft een grotere prijstransparantie gevolgen voor het concurrentievermogen, het handelsverkeer en de productie.

    Hoe beoordeelt de Commissie dit aspect van de invoering van de euro en de gevolgen ervan voor de arbeidsmarkt?

    Hoe denkt de Commissie dat het criterium van het tweejarig EMS-lidmaatschap zal worden gehanteerd en welke bandbreedtes worden in dit verband als 'normaal' beschouwd (percentages)?

    Antwoord van de heer de Silguy namens de Commissie (23 januari 1998)

    Door de oprichting van de Economische en Europese Unie (EMU) en de invoering van de euro zal de prijstransparantie op de interne markt toenemen. De consumenten en de ondernemingen zullen zo de prijzen die in de verschillende lidstaten gelden voor goederen en diensten, gemakkelijker kunnen vergelijken. Hierdoor zal de concurrentie tussen de producenten toenemen en het handelsverkeer in de eurozone gemakkelijker worden.

    De toename van de concurrentie, de vermindering van de transactiekosten voor grensoverschrijdende verrichtingen en de oprichting van een geïntegreerde kapitaalmarkt in de eurozone, met het vooruitzicht van lage rentevoeten, zullen het investeren in Europa aantrekkelijker maken. De invoering van één munt is derhalve één van de belangrijkste elementen in het beleid dat de Gemeenschap voert teneinde het concurrentievermogen in Europa te verbeteren en de voorwaarden te creëren die nodig zijn voor langdurige, niet-inflatoire groei en het scheppen van werkgelegenheid.

    Aangezien de totstandbrenging van de EMU een gemeenschappelijk monetair en wisselkoersbeleid veronderstelt, zal de band tussen loonafspraken en werkgelegenheid strikter worden. In het nationaal monetair en wisselkoersbeleid van de lidstaten zal geen plaats meer zijn voor loon- en prijsontwikkelingen die niet overeenstemmen met het macro-economische kader in Europa.

    Met betrekking tot het convergentiecriterium "wisselkoersstabiliteit¨ zij erop gewezen dat in artikel 109 j, lid 1, van het EG-Verdrag is verwezen naar "de inachtneming van de normale fluctuatiemarges van het wisselkoersmechanisme van het Europees Monetair Stelsel, gedurende ten minste twee jaar, zonder devaluatie ten opzichte van de munt van een andere lidstaat.¨

    In augustus 1993 hebben de ministers en de gouverneurs van de centrale banken van de lidstaten besloten om tijdelijk de toegestane fluctuatiemarges van de deelnemers aan het wisselkoersmechanisme van het Europees Monetair stelsel (EMS) te verbreden tot 15 % rond de centrale spilkoersen. Terzelfdertijd hebben zij nogmaals bevestigd dat zij de procedures en de criteria van het EG-Verdrag steunen die erop gericht zijn een voldoende mate van convergentie te bereiken teneinde de EMU te kunnen verwezenlijken.

    De Commissie zal zich hierop baseren bij de beoordeling van dit criterium, wanneer zij in maart 1998 de lijst met de lidstaten die een hoge mate van duurzame convergentie hebben bereikt moet aanbevelen.

    Top