91997E3440

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3440/97 van Nel van Dijk (V) aan de Commissie (31 oktober 1997)

Betreft: Vrij verkeer van kapiteins

Volgens de Nederlandse wet dient een schip dat vaart onder Nederlandse vlag een Nederlandse kapitein te hebben. Kan de Commissie meedelen in welke andere lidstaten een dergelijk voorschrift bestaat?

Wordt deze uitzondering op het discriminatieverbod van artikel 6 gerechtvaardigd door artikel 48, lid 4, artikel 55 of enig ander artikel van het EG-Verdrag?

Is de Commissie bereid een initiatief te nemen ter verwezenlijking van 'vrij verkeer van kapiteins' binnen de EU?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie (16 december 1997)

De Commissie heeft altijd erkend dat aan boord van onder de vlag van een lidstaat varende schepen de functies van de kapitein en de eerste stuurman die als plaatsvervanger van de kapitein optreedt betrekkingen in overheidsdienst zijn als bedoeld in artikel 48, lid 4.

De verantwoordelijkheid van de kapitein voor de uitoefening van overheidsdienst aan boord van schepen houdt vooral verband met de veiligheid van de bemanning of de passagiers en hun leven alsmede met de bescherming van het mariene milieu. De lidstaten kunnen eisen dat de functies van kapitein en eerste stuurman voorbehouden zijn aan de eigen onderdanen, en artikel 48, lid 3, van het EG-Verdrag bepaalt dat beperkingen van het vrije verkeer van werknemers mogelijk zijn uit hoofde van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid.

Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, hebben België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Portugal, Finland en het Verenigd Koninkrijk (voor bepaalde schepen) wetgeving die voorschrijft dat de kapitein een eigen onderdaan moet zijn, terwijl Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, en Portugal dit ook voor wat betreft de waarnemend kapitein eisen.

Aangezien de huidige bepalingen in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving, zal de Commissie geen wijzigingen voorstellen.