Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E003407

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3407/97 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Reclamecampagnes, menselijke waardigheid en goede smaak

    PB C 187 van 16.6.1998, p. 8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91997E3407

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3407/97 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Reclamecampagnes, menselijke waardigheid en goede smaak

    Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0008


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3407/97 van Roberta Angelilli (NI) aan de Commissie (28 oktober 1997)

    Betreft: Reclamecampagnes, menselijke waardigheid en goede smaak

    Vaak lappen reclamebureaus in hun campagnes elk beginsel van goede smaak en menselijke waardigheid volledig aan hun laars. Het probleem doet zich voor op televisie en radio, in kranten en tijdschriften en bij de straatreclame. Dit betekent een inbreuk op de privacy van de consument, die bovendien nog eens geduldig obscene beelden en elke vorm van fatsoen tartende zinnen over zich heen moeten laten gaan en steeds weer geconfronteerd worden met mannen en zeer vaak vrouwen die slechts als consumptie-objecten worden voorgesteld.

    Hoewel hierover al meerdere malen parlementaire vragen zijn gesteld - onder meer door ondergetekende - en het Europees Parlement onlangs nog een hard standpunt heeft ingenomen ten aanzien van dit soort reclame, is een oplossing voor dit probleem nog dramatisch ver verwijderd. Terwijl de discussies in Straatsburg nog gaande waren, lanceerde "Swish Jeans¨ een reclamecampagne die elke beschrijving tart. De campagne bestaat uit twee verschillende spots die een uiterst provocerend beeld van het beroemde fotomodel Cindy Crawford tonen dat vergezeld gaat van twee teksten: de eerste luidt "campagne ten behoeve van niet visueel gehandicapten¨, de tweede "zelfs de leden van het Parlement zullen opstaan¨. Het behoeft geen betoog dat een dergelijke op dubbelzinnigheden steunende reclameboodschap een ernstige aantasting betekent van de waardigheid van vrouwen en blinden en bovendien gespeend is van elke vorm van fatsoen.

    Kan de Commissie zeggen:

    1. of het niet tijd wordt dat er initiatieven worden genomen die meer inhouden dan discussies of algemene oproepen tot het opstellen van gedragscodes;

    2. of er concrete initiatieven worden bestudeerd, onder meer bestaande in maatregelen tegen bedrijven welke reclamestrategieën blijven volgen die in strijd zijn met de menselijke waardigheid;

    3. welke resultaten de tot nu toe door de communautaire instellingen genomen maatregelen hebben opgeleverd?

    Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (2 februari 1998)

    De Commissie is zich bewust van de noodzaak om het beeld van de vrouw in de reclame en de media te beschermen.

    Europese studies over het beeld van de vrouw in de media, die de laatste jaren door de Commissie zijn gesteund, hebben de complexiteit en de diversiteit van de voorstelling van de vrouw in de media, met inbegrip van die welke de menselijke waardigheid aantast, aangetoond.

    Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten ((PB L 298 van 17.10.1989. )) bepaalt dat de televisiereclame de menselijke waardigheid niet mag aantasten en geen discriminatie naar geslacht mag inhouden.

    In haar derde communautair actieprogramma op middellange termijn inzake gelijke kansen voor mannen en vrouwen (1991-1995) ((PB C 142 van 31. 5.1991. )) heeft de Commissie acties vastgesteld ter bevordering van een positief beeld van de vrouw, door met name de nadruk te leggen op de bevordering van een betere voorstelling van de vrouw in de media-industrie alsook in het institutionele en beroepskader daarvan, op de ontwikkeling van innoverende programma's om de traditionele clichés te bestrijden en op het uitwerken van aanbevelingen inzake de voorstelling van de vrouw in de media-industrie.

    In zijn resolutie van 5 oktober 1995 inzake de benadering van het man/vrouw-beeld in de reclame en de media ((PB C 296 van 10.11.1995. )) verzoekt de Raad de lidstaten en andere bevoegde instanties passende maatregelen te treffen om te verzekeren dat geen afbreuk wordt gedaan aan de menselijke waardigheid en dat niet naar geslacht wordt gediscrimineerd. Deze resolutie verzoekt de lidstaten en andere bevoegde instanties om de ontwikkeling en toepassing van codes voor zelfregulering op basis van vrijwilligheid te bevorderen.

    Concrete initiatieven die voorzien in boetes voor bedrijven die blijven vasthouden aan reclamestrategieën die de menselijke waardigheid aantasten, zoals de geachte afgevaardigde voorstelt, vallen daarentegen niet onder de bevoegdheid van de Gemeenschap.

    Top