91997E2775

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2775/97 van Marjo Matikainen-Kallström (PPE) aan de Commissie (1 september 1997)

Betreft: Economische gevolgen van Natura 2000

De invoering van het netwerk van beschermde gebieden Natura 2000 in het kader van de habitat-richtlijn veroorzaakt in de lidstaten van de Unie tegenstrijdige situaties tussen de verschillende belanghebbenden.

Kan bijvoorbeeld het zoeken naar erts in beschermde gebieden die tot het Natura 2000-netwerk behoren verboden worden?

Wie is bevoegd om toestemming te geven tot het gebruik van een Natura-gebied om bijvoorbeeld economische redenen? Heeft de Europese Commissie het recht om zich te bemoeien met de door de lidstaten aangewezen gebieden?

Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie (22 september 1997)

Het netwerk Natura 2000 wordt opgezet overeenkomstig Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (habitatrichtlijn) ((PB L 206 van 22.7.1992. )). In artikel 6 hiervan is bepaald dat de lidstaten maatregelen moeten nemen teneinde achteruitgang van de natuurlijke habitats en afname van de soorten in de Natura 2000-gebieden te voorkomen.

A priori wordt geen enkele economische activiteit door de richtlijn hetzij toegestaan, hetzij verboden. Ieder plan of project (b.v. het zoeken naar erts) dat gevolgen zou kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied moet door de betrokken lidstaat worden beoordeeld (artikelen 6.3 en 6.4).

Als een lidstaat besluit een project in weerwil van zijn negatieve gevolgen voor de bescherming van een gebied goed te keuren, dan moet hij de Commissie meedelen welke compenserende maatregelen er zijn genomen. Wanneer dit gebied een prioritair type natuurlijke habitat of een prioritaire soort herbergt, moet het advies van de Commissie worden ingewonnen.