91997E2361

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2361/97 van Nikitas Kaklamanis (UPE) aan de Commissie (10 juli 1997)

Betreft: Traditionele klederdracht in de lidstaten van de EU

Een basiselement van de culturele rijkdom van een gebied is ongetwijfeld zijn traditionele klederdracht. In vele gebieden in de EU zijn er ambachtelijke ateliers waar deze traditionele kledij wordt vervaardigd, een activiteit die in hoge mate bijdraagt tot het levendig houden van de lokale tradities op dit gebied.

Kan de Commissie zeggen of deze kleine ondernemingen kunnen worden gesteund, in welk kader, en hoeveel steun zij eventueel zouden kunnen krijgen?

Antwoord van de heer Papoutsis namens de Commissie (8 oktober 1997)

De Commissie is zich bewust van de belangrijke rol die de traditionele ambachten en het kunsthandwerk in het Europees cultureel erfgoed spelen. Zo was zij dit jaar medefinancier van een conferentie over "Vroeger en nu: sleutelfactoren voor het kunsthandwerk in Europa in het jaar 2000¨.

Overeenkomstig artikel 130 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het "derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) in de Europese Unie (1997-2000)¨ ((doc. COM(96) 591. )) neemt de Commissie het initiatief tot acties ten behoeve van het ambacht en de kleine ondernemingen. Om deze acties tot stand te brengen wordt gewoonlijk een oproep tot het indienen van voorstellen in het Publicatieblad gepubliceerd.

De laatste oproep tot het indienen van voorstellen ten behoeve van ambachtelijke bedrijven en kleine ondernemingen betrof acties op het gebied van de transnationale samenwerking, de gemeenschappelijke deelname aan beurzen en tentoonstellingen in de landen van de Europese Economische Ruimte (EER), de promotie van de ondernemingscultuur en het ondernemerschap, de financiering en toegang tot financiering, beroepsopleiding, de elektronische toegang tot informatie en diensten, de opleiding van euroadviseurs.

Ook in het kader van het regionaal beleid bestaan een aantal steunregelingen voor kleine en ambachtelijke bedrijven, op voorwaarde dat deze zich in regio's bevinden die voor regionale ontwikkelingssteun in aanmerking komen.