EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62023TN0357
Case T-357/23: Action brought on 4 July 2023 — Verla-Pharm Arzneimittel v EUIPO — Converso (Pherla)
Zaak T-357/23: Beroep ingesteld op 4 juli 2023 — Verla-Pharm Arzneimittel / EUIPO — Converso (Pherla)
Zaak T-357/23: Beroep ingesteld op 4 juli 2023 — Verla-Pharm Arzneimittel / EUIPO — Converso (Pherla)
PB C 296 van 21.8.2023, p. 38–39
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.8.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 296/38 |
Beroep ingesteld op 4 juli 2023 — Verla-Pharm Arzneimittel / EUIPO — Converso (Pherla)
(Zaak T-357/23)
(2023/C 296/43)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Verla-Pharm Arzneimittel GmbH & Co. KG (Tutzing, Duitsland) (vertegenwoordiger: M.-C. Seiler, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Valeria Converso (San Giorgio a Cremano, Italië)
Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO
Aanvrager van het betrokken merk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Betrokken merk: aanvraag voor Uniebeeldmerk Pherla — inschrijvingsaanvraag nr. l8 319 785
Procedure voor het EUIPO: oppositieprocedure
Bestreden beslissing: beslissing van de tweede kamer van beroep van het EUIPO van 7 februari 2023 in zaak R 268/2022-2
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
de bestreden beslissing, waarvan zij in kennis is gesteld op 25 april 2023, te vernietigen; |
— |
oppositie nr. B 3 139 093 volledig toe te wijzen en de betwiste merkaanvraag af te wijzen voor alle tot klasse 5 behorende litigieuze waren; |
— |
subsidiair, de zaak terug te verwijzen naar de kamer van beroep voor een nieuwe beoordeling; |
— |
het EUIPO te verwijzen in de kosten van verzoekster. |
Aangevoerde middelen
— |
schending van artikel 94, lid 1, eerste volzin, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad wegens niet-nakoming van de verplichting van verweerder om zijn beslissingen te motiveren, zoals deze verplichting ook voortvloeit uit artikel 41, lid 1 en lid 2, onder c), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; |
— |
schending van artikel 94, lid 1, tweede volzin, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad wegens schending van verzoekers recht om te worden gehoord, zoals dit recht ook voortvloeit uit artikel 41, lid 1 en lid 2, onder a), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; |
— |
schending van artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad doordat deze bepaling onjuist is toegepast. |