This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62023CN0477
Case C-477/23, Obshtina Belovo: Request for a preliminary ruling from the Varhoven administrativen sad (Bulgaria) lodged on 25 July 2023 — Obshtina Belovo v Rakovoditel na Upravlyavashtia organ na Operativna programa ‘Okolna sreda’ 2014 — 2020
Zaak C-477/23, Obshtina Belovo: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 25 juli 2023 — Obshtina Belovo / Rakovoditel na Upravlyavashtia organ na Operativna programa “Okolna sreda” 2014-2020
Zaak C-477/23, Obshtina Belovo: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 25 juli 2023 — Obshtina Belovo / Rakovoditel na Upravlyavashtia organ na Operativna programa “Okolna sreda” 2014-2020
PB C, C/2023/501, 6.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/501/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Publicatieblad |
NL Serie C |
C/2023/501 |
6.11.2023 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 25 juli 2023 — Obshtina Belovo / Rakovoditel na Upravlyavashtia organ na Operativna programa “Okolna sreda” 2014-2020
(Zaak C-477/23, Obshtina Belovo)
(C/2023/501)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Varhoven administratuven sad
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij tot cassatie: Obshtina Belovo
Verwerende partij in cassatie: Rakovoditel na Upravlyavashtia organ na Operativna programa “Okolna sreda” 2014-2020
Prejudiciële vragen
1. |
Staat de uitlegging van artikel 2, punten 10, 36 en 37, van verordening nr. 1303/2013 (1) in de weg aan een nationale regeling dan wel de uitlegging en toepassing in de praktijk van een dergelijke regeling, volgens welke in een geval als dat in het hoofdgeding slechts één van de partnergemeenten (partijen bij de beheerovereenkomst over de toekenning van financiële bijstand), namelijk de partnergemeente die als hoofdpartner de beheerovereenkomst over de financiële bijstand heeft ondertekend, moet worden beschouwd als begunstigde van de subsidie uit de Europese structuur- en investeringsfondsen (hierna: “ESIF-middelen”)? Aan welke voorwaarden moet een organisatie voldoen om in een geval als het onderhavige als begunstigde in de zin van artikel 2, punt 10, van verordening nr. 1303/2013 te worden aangemerkt? |
2. |
Staat de uitlegging van artikel 2, punten 10, 36 en 37, van verordening nr. 1303/2013 in de weg aan een nationale regeling dan wel de uitlegging en toepassing in de praktijk van een dergelijke regeling, volgens welke, in een geval als dat in het hoofdgeding, de financiële correctie wegens een door een marktdeelnemer begane inbreuk op de regels inzake overheidsopdrachten wordt vastgesteld in een besluit dat gericht is tot een andere marktdeelnemer die geen inbreuk heeft begaan, maar als hoofdpartner is vermeld in de overeenkomst over de financiële bijstand? |
3. |
Staat verordening nr. 1303/2013 in de weg aan een nationale regeling dan wel de uitlegging en toepassing in de praktijk van een dergelijke regeling, volgens welke de aansprakelijkheid voor een financiële correctie tussen de projectpartners bij overeenkomst kan worden verdeeld, of moet elke marktdeelnemer de aansprakelijkheid voor financiële correcties in verband met inbreuken die hij bij het gebruik van ESIF-middelen heeft begaan, dragen volgens de bepalingen van de overeenkomsten waarbij hij partij is? |
4. |
Staan de artikelen 41 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in de weg aan een nationale bestuurspraktijk en nationale rechtspraak in een geval als dat in het hoofdgeding, waarbij de gemeente, waarvan wordt gesteld dat zij inbreuk heeft gemaakt op de Zakon za obshtestvenite porachki (Bulgaarse wet inzake overheidsopdrachten) bij het plaatsen van de overheidsopdracht in het kader van de procedure voor het gebruik van ESIF-middelen, zowel het recht om deel te nemen aan de procedure tot vaststelling van een financiële correctie met betrekking tot een door haar gesloten overeenkomst als het recht om deel te nemen aan de gerechtelijke procedure tegen die bestuurshandeling wordt ontzegd, op grond dat zij zich, als partner, op grond van de partnerschapsovereenkomst met de hoofdpartner kan wenden tot de civiele rechter? |
(1) Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB 2013, L. 347, blz. 320).
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/501/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)