Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0409

    Zaak T-409/22: Beroep ingesteld op 30 juni 2022 — Glonatech/REA

    PB C 389 van 10.10.2022, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.10.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 389/11


    Beroep ingesteld op 30 juni 2022 — Glonatech/REA

    (Zaak T-409/22)

    (2022/C 389/13)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Global Nanotechnologies AE schediasmou anaptyxis paraskevis kai emporias ylikon nanotechnologies (Glonatech) (Lamía, Griekenland) (vertegenwoordiger: N. Scandamis, advocaat)

    Verwerende partij: Europees Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

    Conclusies

    voor recht verklaren dat verzoekster haar contractuele verbintenissen naar behoren is nagekomen en volledig gerechtigd is op de gevorderde terugbetaling van de aan het SANAD-project verbonden kosten, alsmede debetnota nr. 3242113938 nietig verklaren omdat deze het toepasselijke recht schendt door de verworpen kosten niet-subsidiabel te verklaren;

    het REA verwijzen in de kosten van de procedure voor het Gerecht of, indien de vorderingen in het kader van het onderhavige beroep zouden worden afgewezen, verzoekende partij niet verwijzen in de kosten gelet op het ingewikkelde karakter van de onderhavige zaak.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

    1.

    Eerste middel, waarin wordt betoogd dat het “definitief auditverslag” over de aan verzoeksters gedetacheerde personeelsleden toegekende vergoedingen voor kennisuitwisseling en intersectorale mobiliteit moet worden geacht buiten de werkingssfeer van de subsidieovereenkomst (SO) te vallen, niet alleen omdat het REA opdracht heeft gegeven tot het opstellen van dit verslag bij wijze van uitzondering — in het licht van een forfaitaire financiering die eigen is aan output- en resultatengebaseerd onderzoek en die dus niet onderworpen is aan verificatie achteraf — maar ook omdat de audit kennelijk inquisitoir is uitgevoerd doordat werd aangenomen dat er sprake was van systematische fouten die evenwel niet worden geacht van systematische aard te zijn, zodat de audit is uitgevoerd op een wijze die kenmerkend is voor andere soorten procedures.

    2.

    Tweede middel, waarin subsidiair wordt betoogd dat, mocht een dergelijke controle worden geacht binnen de werkingssfeer van de SO te vallen, deze controle op voorhand had moeten worden verricht door de ordonnateur op grond van bewijs dat is verkregen uit de elektronische inspectiemechanismen van de gastorganisatie (KU), die specifiek bestemd zijn om in eigen huis gegevens over detachering te verzamelen en die worden gemonitord door verweerder. Doordat verweerder dit heeft nagelaten, heeft hij niet voldaan aan de voorwaarden van de SO met betrekking tot een correcte beoordeling overeenkomstig het toepasselijke recht.

    3.

    Derde middel, waarin wordt betoogd dat, zelfs indien de audit werd geacht binnen de werkingssfeer van de overeenkomst te vallen en indien de bewijslast in beginsel werd geacht op verzoekster te rusten, de verwerping van de detacheringskosten, in het kader van een verificatie achteraf, wegens systematische fouten die aan een dergelijke verificatie vreemd zijn omdat er sprake is van een forfaitaire financiering, inbreuk zou maken op het beginsel van goede trouw, niet alleen bij de toepassing van Financieel Reglement 2018/1046 (1), dat van kracht was toen de audit werd uitgevoerd (artikel 181,lid 2), maar ook bij de nakoming van overeenkomsten in het algemeen: door een onrechtmatige beoordeling te verrichten, heeft de entiteit die de audit heeft uitgevoerd, miskend dat voor een forfaitaire financiering een doelmatigheidscontrole volstond om die te beoordelen op basis van gecertifieerde en controleerbare gegevens van de begunstigde uit het verleden, en heeft zij in de plaats daarvan de voorkeur gegeven aan soorten bewijs die betrekking hebben op gebeurtenissen die aanleiding geven tot boeking en die verband houden met de forfaitair gefinancierde activiteiten. Een dergelijke omkering in de volgorde van de bewijzen heeft verzoekster het recht ontnomen om haar contractuele verbintenissen te interpreteren in haar voordeel in een juridische context van onduidelijkheid die is gecreëerd door het destijds toepasselijke Financieel Reglement (966/2012) (2) en door verweerders tegenstrijdige handelwijze bij de follow-up van de uitvoering van de SO.

    4.

    Vierde middel, waarin wordt betoogd wordt dat indien alle met elkaar overeenstemmende — zowel interne als externe — bewijselementen maar ook de misleidende richtsnoeren vóór en tijdens de uitvoering naar behoren in aanmerking worden genomen, de vastgestelde discrepanties en lacunes in het bewijsmateriaal buiten beschouwing zouden moeten worden gelaten of op zijn minst zouden moeten worden teruggebracht tot hun juiste proporties, en niet zouden mogen leiden tot een volledige afwijzing omdat zij systematisch zouden zijn, met name wanneer zij overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel zouden moeten worden genegeerd omdat zij niet relevant zijn of verwaarloosbare gevolgen hebben.


    (1)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB 2018, L 193, blz. 1).

    (2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB 2012, L 298, blz. 1).


    Top