Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0270

    Zaak T-270/22: Beroep ingesteld op 17 mei 2022 — Pumpyansky/Raad

    PB C 257 van 4.7.2022, p. 41–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 257 van 4.7.2022, p. 37–38 (GA)

    4.7.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 257/41


    Beroep ingesteld op 17 mei 2022 — Pumpyansky/Raad

    (Zaak T-270/22)

    (2022/C 257/54)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Dmitry Alexandrovich Pumpyansky (Jekaterinenburg, Rusland) (vertegenwoordigers: G. Lansky, P. Goeth en A. Egger, advocaten)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    besluit (GBVB) 2022/397 van de Raad van 9 maart 2022 houdende wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (1) en uitvoeringsverordening (EU) 2022/396 van de Raad van 9 maart 2022 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (2) (hierna: “bestreden handelingen”), op grond van artikel 263 VWEU nietig verklaren voor zover zij betrekking hebben op verzoeker, en

    de Raad verwijzen in de kosten overeenkomstig artikel 134 van het Reglement voor de procesvoering.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van het beroep voert verzoeker twee middelen aan.

    1.

    Verzoekers grondrechten, waaronder het recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en communicatie alsmede zijn eigendom, zijn op onrechtmatige wijze geschonden.

    Door verzoeker middels de bestreden handelingen op een lijst te plaatsen, heeft de Raad gehandeld in strijd met het evenredigheidsbeginsel overeenkomstig artikel 52 van het Handvest van de grondrechten.

    2.

    Door verzoekers naam op te nemen in de bijlagen bij de bestreden handelingen heeft de Raad blijk gegeven van een onjuiste beoordeling.

    De redenen waarom de Raad verzoeker op een lijst heeft geplaatst vertonen inhoudelijke gebreken.

    De Raad heeft geen individuele, specifieke en concrete redenen gegeven voor het opleggen van beperkende maatregelen aan verzoeker, en de redenen waarop de Raad zich heeft gebaseerd waren, in strijd met zijn verplichtingen, onvoldoende gedetailleerd.

    Het geleverde bewijs is ontoereikend om te rechtvaardigen dat verzoeker middels de bestreden handelingen op een lijst is geplaatst.


    (1)  PB 2022, L 80, blz. 31.

    (2)  PB 2022, L 80, blz. 1.


    Top