This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CN0670
Case C-670/22: Request for a preliminary ruling from the Landgericht Berlin (Germany) lodged on 24 October 2022 — Criminal proceedings against M.N.
Zaak C-670/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Berlin (Duitsland) op 24 oktober 2022 — Strafzaak tegen M.N.
Zaak C-670/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Berlin (Duitsland) op 24 oktober 2022 — Strafzaak tegen M.N.
PB C 35 van 30.1.2023, p. 31–33
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 35/31 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Berlin (Duitsland) op 24 oktober 2022 — Strafzaak tegen M.N.
(Zaak C-670/22)
(2023/C 35/37)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Berlin
Partij in het hoofdgeding
M.N.
Prejudiciële vragen
1. |
Uitlegging van het begrip “uitvaardigende autoriteit” in de zin van artikel 6, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 2, onder c), van richtlijn 2014/41 (1):
|
2. |
Uitlegging van artikel 6, lid 1, onder a), van richtlijn 2014/41:
|
3. |
Uitlegging van artikel 6, lid 1, onder b), van richtlijn 2014/41:
|
4. |
Uitlegging van artikel 31, leden 1 en 3, van richtlijn 2014/41:
|
5. |
Rechtsgevolgen van het verkrijgen van bewijs dat in strijd is met het Unierecht
|
(1) Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken (PB 2014, L 130, blz. 1).