EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0609

Zaak C-609/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 22 september 2022 — FN

PB C 15 van 16.1.2023, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 15/24


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 22 september 2022 — FN

(Zaak C-609/22)

(2023/C 15/26)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster tot Revision: FN

Verwerende instantie: Bundesamt für Fremdenwesen und Asyl (BFA)

Prejudiciële vragen

1)

Is het samenstel van maatregelen die in een staat door een actor die feitelijk de regeringsmacht heeft, worden genomen, bevorderd of gedoogd en met name daarin bestaan dat vrouwen

de participatie in politieke ambten en politieke besluitvormingsprocessen wordt geweigerd,

geen juridische middelen ter beschikking worden gesteld om bescherming te kunnen krijgen tegen genderspecifiek en huiselijk geweld,

in het algemeen zijn blootgesteld aan het risico op een gedwongen huwelijk, hoewel deze zijn verboden door de actor die feitelijk de regeringsmacht heeft, maar aan de vrouwen daartegen geen effectieve bescherming wordt geboden en dergelijke huwelijkssluitingen soms ook plaatsvinden met deelneming van personen die feitelijk openbaar gezag uitoefenen, die weten dat het een gedwongen huwelijk betreft,

geen of slechts in beperkte mate voornamelijk van huis uit een beroepsactiviteit mogen uitoefenen,

de toegang tot gezondheidsdiensten wordt bemoeilijkt,

de toegang tot onderwijs — geheel of in hoge mate (bijvoorbeeld door aan meisjes uitsluitend basisonderwijs toe te staan) — wordt geweigerd,

niet in het openbaar mogen verschijnen of zich mogen voortbewegen zonder begeleiding van een man (met wie zij een bepaalde naaste familieband hebben), in ieder geval indien een bepaalde afstand tot de woonplaats wordt overschreden,

hun lichaam in het openbaar volledig moeten bedekken en hun gezicht moeten verhullen,

geen sport mogen beoefenen,

in de zin van artikel 9, lid 1, onder b), van richtlijn 2011/95/EU (1) van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (herschikking), voldoende ernstig om een vrouw op een soortgelijke wijze te treffen als omschreven in artikel 9, lid 1, onder a), van deze richtlijn?

2)

Is het voor de verlening van de status van asielgerechtigde voldoende dat een vrouw louter op grond van haar geslacht door deze maatregelen in het land van herkomst wordt getroffen of moet voor de beoordeling of een vrouw door deze — als samenstel te beschouwen — maatregelen wordt getroffen in de zin van artikel 9, lid 1, onder b), van richtlijn 2011/95/EU, haar individuele situatie worden onderzocht?


(1)  PB 2011, L 337, blz. 9.


Top