EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0142

Zaak C-142/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court (Ierland) op 2 maart 2022 — Strafzaak tegen OE

PB C 191 van 10.5.2022, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 191 van 10.5.2022, p. 16–17 (GA)

10.5.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 191/20


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court (Ierland) op 2 maart 2022 — Strafzaak tegen OE

(Zaak C-142/22)

(2022/C 191/26)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Supreme Court

Partij in de strafzaak

OE

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 27 van het kaderbesluit (1) aldus worden uitgelegd dat een beslissing tot overlevering van een persoon een rechtsverhouding doet ontstaan tussen deze persoon, de uitvoerende staat en de verzoekende staat, zodat alle kwesties die worden geacht definitief te zijn afgedaan in die beslissing, ook moeten worden beschouwd als afgedaan in het kader van de procedure tot verkrijging van toestemming voor vervolging of oplegging van straffen voor andere strafbare feiten?

2)

Indien het antwoord op de eerste vraag ontkennend luidt, wordt dan het doeltreffendheidsbeginsel geschonden door een nationale procedureregel die als gevolg heeft dat de betrokkene wordt belet zich in het kader van het verzoek om toestemming te beroepen op een relevant arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat is gewezen na het bevel tot overlevering?


(1)  Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten — Verklaringen van sommige lidstaten bij de aanneming van het kaderbesluit (PB 2002, L 190, blz. 1).


Top