Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CJ0296

    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 5 oktober 2023.
    A.T.U. Auto-Teile-Unger GmbH & Co. KG en Carglass GmbH tegen FCA Italy SpA.
    Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) 2018/858 – Goedkeuring van en markttoezicht op diensten voor reparatie- en onderhoudsinformatie van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd – Artikel 61, leden 1 en 4 – Bijlage X, punt 2.9 – Informatie uit het boorddiagnosesysteem (OBD) van motorvoertuigen – Onbeperkte, gestandaardiseerde en niet-discriminerende toegang – Verplichtingen van fabrikanten – Rechten van onafhankelijke marktdeelnemers.
    Zaak C-296/22.

    Court reports – general

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2023:743

     ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

    5 oktober 2023 ( *1 )

    „Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) 2018/858 – Goedkeuring van en markttoezicht op diensten voor reparatie- en onderhoudsinformatie van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd – Artikel 61, leden 1 en 4 – Bijlage X, punt 2.9 – Informatie uit het boorddiagnosesysteem (OBD) van motorvoertuigen – Onbeperkte, gestandaardiseerde en niet-discriminerende toegang – Verplichtingen van fabrikanten – Rechten van onafhankelijke marktdeelnemers”

    In zaak C‑296/22,

    betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Landgericht Köln (rechter in eerste aanleg Keulen, Duitsland) bij beslissing van 27 april 2022, ingekomen bij het Hof op 5 mei 2022, in de procedure

    A.T.U. Auto-Teile-Unger GmbH & Co. KG,

    Carglass GmbH

    tegen

    FCA Italy SpA,

    wijst

    HET HOF (Achtste kamer),

    samengesteld als volgt: M. Safjan, kamerpresident, N. Piçarra (rapporteur) en M. Gavalec, rechters,

    advocaat-generaal: M. Campos Sánchez-Bordona,

    griffier: A. Calot Escobar,

    gezien de stukken,

    gelet op de opmerkingen van:

    A.T.U. Auto-Teile-Unger GmbH & Co. KG en Carglass GmbH, vertegenwoordigd door E. Macher, M. Sacré en P. Schmitz, Rechtsanwälte,

    FCA Italy SpA, vertegenwoordigd door M. Ruttloff en C. Steinle, Rechtsanwälte,

    de Europese Commissie, vertegenwoordigd door M. Huttunen en M. Noll-Ehlers als gemachtigden,

    gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

    het navolgende

    Arrest

    1

    Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 61, leden 1 en 4, van en bijlage X, punt 2.9, bij verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van richtlijn 2007/46/EG (PB 2018, L 151, blz. 1).

    2

    Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen A.T.U. Auto-Teile-Unger GmbH & Co. KG (hierna: „ATU”), een keten van onafhankelijke reparateurs, en Carglass GmbH, een onderneming die ruiten van voertuigen repareert en vervangt, enerzijds, en FCA Italy SpA (hierna: „FCA”), een dochteronderneming van het automobielconcern Fiat Chrysler Automobiles NV, die lichte personen- en bedrijfsvoertuigen produceert, anderzijds, over de terbeschikkingstelling door FCA van de rechtstreekse gegevensstroom van haar voertuigen.

    Toepasselijke bepalingen

    Internationaal recht

    3

    Reglement nr. 155 van de Verenigde Naties (VN) – Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen met betrekking tot cyberbeveiliging en het beheersysteem voor cyberbeveiliging [2021/387] (PB 2021, L 82, blz. 30), bepaalt in punt 1.3:

    „Dit reglement laat andere VN-reglementen en regionale of nationale wetgeving betreffende de toegang van gemachtigde partijen tot het voertuig, de gegevens, functies en hulpbronnen ervan, en de voorwaarden van die toegang onverlet. […]”

    Unierecht

    Verordening 2018/858

    4

    De overwegingen 50 en 52 van verordening 2018/858 luiden:

    „(50)

    Om de interne markt beter te doen functioneren, met name wat het vrije verkeer van goederen, het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten betreft, zijn onbeperkte toegang tot de reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen – via een gestandaardiseerde vorm voor het raadplegen van technische informatie – en effectieve concurrentie op de markt voor diensten die dergelijke informatie verstrekken noodzakelijk. […]

    […]

    (52)

    Om op de markt daadwerkelijke concurrentie voor diensten voor reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen te waarborgen en duidelijk te maken dat de betreffende informatie ook informatie omvat die aan andere onafhankelijke marktdeelnemers dan reparateurs moet worden verstrekt, zodat de onafhankelijke markt voor de reparatie en het onderhoud van voertuigen in haar totaliteit met erkende dealers kan concurreren, […] is het noodzakelijk toe te lichten welke informatie precies moet worden verstrekt met het oog op toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen.”

    5

    Artikel 3 van deze verordening luidt als volgt:

    „Voor de toepassing van deze verordening en de in bijlage II genoemde regelgevingshandelingen gelden, tenzij daarin anders bepaald, de volgende definities:

    […]

    2.

    ‚EG-typegoedkeuring’: de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften van deze verordening voldoet;

    […]

    40.

    ‚fabrikant’: een natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor alle aspecten van de typegoedkeuring van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid of van de individuele goedkeuring van een voertuig, of voor de vergunningsprocedure voor voertuigdelen en uitrustingsstukken, voor het waarborgen van de overeenstemming van de productie en voor markttoezichtaangelegenheden met betrekking tot geproduceerde voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen en uitrustingsstukken, ongeacht of die persoon wel of niet direct betrokken is bij alle fasen van het ontwerp en de bouw van het betrokken voertuig, systeem, onderdeel of de betrokken technische eenheid;

    […]

    45.

    ‚onafhankelijke marktdeelnemer’: een natuurlijke of rechtspersoon, met uitzondering van een erkende handelaar of reparateur, die direct of indirect bij de reparatie en het onderhoud van voertuigen betrokken is, waaronder reparateurs, fabrikanten of distributeurs van reparatieapparatuur, gereedschap of reserveonderdelen, alsook uitgevers van technische informatie, automobielclubs, wegenwachtdiensten, bedrijven die keurings- en controlediensten aanbieden, bedrijven die opleidingen aanbieden voor installateurs, fabrikanten en reparateurs van uitrustingsstukken voor voertuigen die op alternatieve brandstof rijden; […]

    […]

    48.

    ‚reparatie- en onderhoudsinformatie van een voertuig’: alle informatie, met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan en aanvullingen daarop, die nodig is voor diagnose, onderhoud en keuring van een voertuig, de voorbereiding ervan op technische controle, reparatie, herprogrammering of re-initialisatie van een voertuig, of die nodig is voor de diagnostische ondersteuning op afstand van een voertuig of voor het monteren van voertuigdelen of uitrustingsstukken op een voertuig, en die de fabrikant aan zijn erkende partners, handelaren en reparateurs verstrekt of door de fabrikant met het oog op reparatie en onderhoud wordt aangewend;

    49.

    ‚informatie uit het boorddiagnosesysteem (OBD) van een voertuig’: informatie die is gegenereerd door een systeem in een voertuig of verbonden met een motor dat storingen kan herkennen en, indien van toepassing, daarvan via een alarmsysteem melding kan maken, door middel van in een computergeheugen opgeslagen informatie kan aangeven in welk gebied de storing waarschijnlijk is opgetreden, en die informatie buiten het voertuig kan laten lezen;

    […]”

    6

    Artikel 61 („Verplichtingen van de fabrikant om OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig te verstrekken”) van die verordening bepaalt:

    „1.   De fabrikanten bieden onafhankelijke marktdeelnemers onbeperkte, gestandaardiseerde en niet-discriminerende toegang tot de OBD-informatie van voertuigen, diagnose- en andere apparatuur, gereedschappen, met inbegrip van de volledige referenties en beschikbare downloads van de toepasselijke software, en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen. Informatie wordt gepresenteerd op gemakkelijk toegankelijk wijze in de vorm van machineleesbare en elektronisch verwerkbare gegevensbestanden. […]

    […]

    4.   De bijzonderheden van de technische voorschriften voor toegang tot OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen, met name technische specificaties over hoe de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen moet worden verstrekt, staan in bijlage X.

    […]”

    7

    Bijlage II bij verordening 2018/858 heeft als opschrift „Voorschriften voor de EU-typegoedkeuring van voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden” en bevat een deel I, „Regelgevingshandelingen voor de EU-typegoedkeuring van in onbeperkte series geproduceerde voertuigen”. Nummer 63 van dit deel, in de versie die van kracht was tot en met 6 juli 2022, verwees naar verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PB 2009, L 200, blz. 1). Dit nummer 63, in de versie die voortvloeit uit verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd wat de algemene veiligheid ervan en de bescherming van de inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers betreft, tot wijziging van verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de verordeningen (EG) nr. 78/2009, (EG) nr. 79/2009 en (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de verordeningen (EG) nr. 631/2009, (EU) nr. 406/2010, (EU) nr. 672/2010, (EU) nr. 1003/2010, (EU) nr. 1005/2010, (EU) nr. 1008/2010, (EU) nr. 1009/2010, (EU) nr. 19/2011, (EU) nr. 109/2011, (EU) nr. 458/2011, (EU) nr. 65/2012, (EU) nr. 130/2012, (EU) nr. 347/2012, (EU) nr. 351/2012, (EU) nr. 1230/2012 en (EU) 2015/166 van de Commissie (PB 2019, L 325, blz. 1, met rectificatie in PB 2021, L 398, blz. 29), verwees naar verordening 2019/2144.

    8

    Bijlage X („Toegang tot OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen”) bij verordening 2018/858 schrijft in punt 2.9 voor:

    „Met het oog op OBD, diagnostiek, reparatie en onderhoud van een voertuig wordt de directe gegevensstroom van het voertuig beschikbaar gesteld via de seriële gegevenspoort op de gestandaardiseerde connector voor gegevensverbinding […].

    Wanneer het voertuig in beweging is, worden de gegevens uitsluitend voor ‚alleen lezen’-functies (read-only functions) beschikbaar gesteld.”

    9

    In punt 6.2 van deze bijlage wordt nader bepaald dat „[t]oegang tot door erkende dealers en reparateurs gebruikte beveiligingskenmerken van het voertuig […] aan onafhankelijke marktdeelnemers [wordt] verstrekt met behulp van beveiligingstechnologie”.

    10

    Punt 6.4 van die bijlage luidt als volgt:

    „De herprogrammering van regeleenheden wordt uitgevoerd volgens internationale norm ISO 22900‑2 of SAE J2534 of TMC RP1210B, met behulp van niet aan eigendomsrechten gebonden hardware.

    Voor de validering van de compatibiliteit van de fabrikantspecifieke toepassing en de voertuigcommunicatie-interfaces (VCI’s) overeenkomstig internationale norm ISO 22900‑2 of SAE J2534 of TMC RP1210B, biedt de fabrikant een validering aan van onafhankelijk ontwikkelde VCI’s, of verstrekt hij de vereiste informatie en geeft hij de eventueel vereiste speciale hardware in bruikleen waarmee een VCI-fabrikant deze validering zelf kan uitvoeren.

    […]”

    Verordening nr. 661/2009

    11

    Artikel 5 („Algemene voorschriften en tests”) van verordening nr. 661/2009 bepaalde in lid 1:

    „De fabrikanten zien erop toe dat de voertuigen zodanig worden ontworpen, gebouwd en geassembleerd dat de inzittenden en andere weggebruikers zo min mogelijk risico’s op verwondingen lopen.”

    Verordening 2019/2144

    12

    Overweging 27 van verordening 2019/2144 luidt:

    „Wijzigingen van de software kunnen de functionaliteiten van een voertuig ingrijpend beïnvloeden. Daarom moeten er geharmoniseerde regels en technische voorschriften voor softwarewijzigingen worden vastgelegd die in overeenstemming zijn met de procedures voor typegoedkeuring. VN-reglementen of andere reguleringsbesluiten inzake software-updates moeten dan ook verplicht worden toegepast zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding ervan. Deze veiligheidsmaatregelen mogen de voertuigfabrikant evenwel niet van de verplichting ontslaan om toegang te verschaffen tot uitgebreide diagnostische informatie en de in het voertuig aanwezige gegevens die nodig zijn om een voertuig te repareren en te onderhouden.”

    13

    Artikel 4 („Algemene verplichtingen en technische voorschriften”) van deze verordening bepaalt in de leden 4 en 5:

    „4.   De fabrikanten zorgen ervoor dat de voertuigen zodanig worden ontworpen, gebouwd en geassembleerd dat het risico van letsel voor inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers zo klein mogelijk is.

    5.   De fabrikanten zorgen er tevens voor dat de voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden vanaf de in bijlage II vermelde data in overeenstemming zijn met de in die bijlage vermelde toepasselijke voorschriften, met de nadere technische voorschriften en testprocedures die zijn vastgesteld in de gedelegeerde handelingen en met de uniforme procedures en technische specificaties die zijn vastgesteld in de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen, […].”

    Hoofdgeding en prejudiciële vraag

    14

    ATU en Carglass zijn onafhankelijke marktdeelnemers in de zin van artikel 3, punt 45, van verordening 2018/858, waarvan de activiteit het uitvoeren van voertuigdiagnoses omvat.

    15

    FCA, als fabrikant in de zin van artikel 3, punt 40, van deze verordening, rust haar voertuigen uit met het zogeheten „Secure Gateway”-systeem. Om schrijfwerkzaamheden te kunnen verrichten, foutcodes te verwijderen, kalibraties uit te voeren en onderdelen van die voertuigen te activeren, moeten zowel onafhankelijke reparateurs als erkende reparateurs voldoen aan de eisen van FCA, namelijk zich vooraf bij FCA registreren, zich met behulp van persoonlijke verbindingsgegevens identificeren op een door FCA aangewezen server, een abonnement tegen betaling kopen om gebruik te maken van generieke diagnoseapparatuur en deze laatste via internet met die server verbinden.

    16

    Aangezien ATU en Carglass van mening zijn dat de eenzijdige oplegging van deze eisen door FCA een inbreuk vormt op de verplichtingen die op haar rusten uit hoofde van artikel 61, leden 1 en 4, van verordening 2018/858, gelezen in samenhang met bijlage X, punt 2.9, bij deze verordening, hebben zij bij het Landgericht Köln (rechter in eerste aanleg Keulen, Duitsland), de verwijzende rechter, een vordering ingesteld die ertoe strekt FCA te verbieden de diagnose, de reparatie en het onderhoud van de voertuigen in Duitsland afhankelijk te stellen van die eisen, voor zover het niet om de volledige herprogrammering van regeleenheden gaat.

    17

    De verwijzende rechter is van oordeel dat de uitkomst van het geding afhangt van de uitlegging van artikel 61, leden 1 en 4, van verordening 2018/858, gelezen in samenhang met bijlage X, punt 2.9, bij deze verordening.

    18

    De verwijzende rechter merkt om te beginnen op dat zowel de bewoordingen van artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858 als de geest en het doel van deze verordening ervoor pleiten om de in deze bepaling opgenomen verplichting tot verlening van „onbeperkte” toegang aldus uit leggen dat FCA verplicht is om via de OBD-interface volledige toegang te bieden tot de rechtstreekse gegevensstroom van het voertuig, zonder dat zij het gebruik van diagnoseapparatuur afhankelijk kan maken van eenzijdig opgelegde eisen. De verwijzende rechter baseert zich op punt 28 van het arrest van 19 september 2019, Gesamtverband Autoteile-Handel (C‑527/18, EU:C:2019:762), om te oordelen dat de verplichting om „onbeperkte” toegang te verlenen, die was opgelegd in de regeling die van toepassing was vóór de vaststelling van die verordening, betrekking had op de inhoud van de informatie en niet op de wijze waarop zij ter beschikking wordt gesteld. De verwijzende rechter vraagt zich echter af of het begrip „onbeperkte” toegang in de zin van artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858 op dezelfde wijze kan worden uitgelegd, aangezien er bij deze verordening volgens hem een nieuwe rechtsregeling op dit gebied wordt ingevoerd.

    19

    Indien dat begrip aldus moet worden opgevat dat het niet alleen betrekking heeft op de inhoud van de informatie, maar ook op de gebruiksvoorwaarden voor diagnoseapparatuur, wenst de verwijzende rechter te vernemen of de garantie van de algemene veiligheid van voertuigen, zoals bedoeld in nummer 63 van deel I van bijlage II bij verordening 2018/858, in de tot en met 6 juli 2022 geldende versie of in de versie die voortvloeit uit verordening 2019/2144, vereist dat voornoemd begrip restrictief wordt uitgelegd.

    20

    In deze omstandigheden heeft het Landgericht Köln de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

    „Moet artikel 61, leden 1 en 4, van verordening 2018/858 juncto punt 2.9 van bijlage X bij deze verordening […], mede gelet op de eisen die in nummer 63 van deel I van bijlage II bij die verordening worden gesteld aan de voertuigfabrikanten om de algemene veiligheid van voertuigen te waarborgen, gelezen in samenhang

    met verordening nr. 661/2009, met betrekking tot voertuigen waarvoor een typegoedkeuring is verleend vóór 6 juli 2022, met name artikel 5, lid 1, van deze verordening,

    en met verordening 2019/2144, die vanaf 6 juli 2022 van toepassing is, met name artikel 4, leden 4 en 5, van deze verordening,

    aldus worden uitgelegd dat de voertuigfabrikant steeds, dus ook wanneer passende veiligheidsmaatregelen op grond van deze voorschriften zijn getroffen, ervoor moet zorgen dat onafhankelijke reparateurs [de informatie uit] het OBD-systeem kunnen raadplegen en een diagnose en de reparatie en het onderhoud van een voertuig, met inbegrip van de daartoe noodzakelijke schrijfwerkzaamheden, kunnen uitvoeren met behulp van een universeel, generiek diagnoseapparaat, zonder dat hoeft te worden voldaan aan de voorwaarden dat het apparaat moet zijn voorzien van een internetverbinding met een door de voertuigfabrikant aangewezen server en/of een gebruiker zich vooraf moet registreren bij de voertuigfabrikant, welke voorwaarden niet uitdrukkelijk zijn geregeld in [verordening 2018/858]?”

    Verzoek om opening van de mondelinge behandeling

    21

    Bij akte, neergelegd ter griffie van het Hof op 19 juni 2023, heeft FCA verzocht om opening van de mondelinge behandeling overeenkomstig artikel 83 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof, door zich te beroepen op een document dat is afgegeven door het Centro Prova Autoveicoli Torino (controlecentrum voor motorrijtuigen Turijn, Italië), een regionale autoriteit die bevoegd is voor de goedkeuring van voertuigen, en op een schrijven van het Ministero delle Infrastrutture e dei Trasporti (ministerie van Infrastructuur en Vervoer, Italië), waarin deze autoriteit certificeert dat het „Secure Gateway”-systeem waarmee FCA haar voertuigen uitrust, verenigbaar is met artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858.

    22

    Volgens artikel 83 van het Reglement voor de procesvoering kan het Hof in elke stand van het geding, de advocaat-generaal gehoord, de opening of de heropening van de mondelinge behandeling gelasten, onder meer wanneer het zich onvoldoende voorgelicht acht of wanneer een partij na afsluiting van deze behandeling een nieuw feit aanbrengt dat van beslissende invloed kan zijn voor de beslissing van het Hof, of wanneer een zaak moet worden beslecht op grond van een argument waarover geen standpunten zijn uitgewisseld.

    23

    In casu is het Hof op grond van het verzoek om een prejudiciële beslissing en de schriftelijke opmerkingen, de advocaat-generaal gehoord, van oordeel dat het over alle gegevens beschikt die nodig zijn om deze prejudiciële verwijzing te behandelen en dat de in punt 21 van het onderhavige arrest bedoelde documenten waarop FCA zich in haar verzoek van 19 juni 2023 beroept, waarvan de relevantie voor het hoofdgeding moet worden beoordeeld door de verwijzende rechter, geen nieuwe feiten zijn die van beslissende invloed kunnen zijn op de prejudiciële beslissing van het Hof.

    24

    Bijgevolg hoeft de opening van de mondelinge behandeling niet te worden gelast.

    Beantwoording van de prejudiciële vraag

    25

    Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 61, leden 1 en 4, van verordening 2018/858, gelezen in samenhang met punt 2.9 van bijlage X bij deze verordening, aldus moet worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een voertuigfabrikant de toegang van onafhankelijke marktdeelnemers tot reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen en de OBD-informatie, met inbegrip van de schrijftoegang tot die informatie, afhankelijk stelt van andere dan de in die verordening gestelde voorwaarden.

    26

    Vooraf zij eraan herinnerd dat bij de uitlegging van een bepaling van Unierecht niet alleen rekening moet worden gehouden met de bewoordingen ervan, maar ook met de context en doelstellingen van de regeling waarvan zij deel uitmaakt (arrest van 9 juni 2022, IMPERIAL TOBACCO BULGARIA,C‑55/21, EU:C:2022:459, punt 44 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Ook de ontstaansgeschiedenis van een bepaling van Unierecht kan relevante gegevens voor de uitlegging van die bepaling bevatten (zie in die zin arrest van 10 december 2018, Wightman e.a.,C‑621/18, EU:C:2018:999, punt 47 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

    27

    Wat de letterlijke uitlegging van de betrokken bepalingen betreft, verplicht artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858 voertuigfabrikanten om onafhankelijke marktdeelnemers onbeperkte, gestandaardiseerde en niet-discriminerende toegang te bieden tot de informatie uit het OBD-systeem in de zin van artikel 3, punt 49, van deze verordening, tot diagnose- en andere apparatuur, en tot reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen in de zin van dit artikel 3, punt 48. Deze informatie moet op gemakkelijk toegankelijke wijze worden gepresenteerd in de vorm van machineleesbare en elektronisch verwerkbare gegevensbestanden.

    28

    Artikel 61, lid 4, van die verordening bepaalt dat „[d]e bijzonderheden van de technische voorschriften voor toegang tot OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen, met name technische specificaties over hoe de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen moet worden verstrekt, staan in bijlage X”. Punt 2.9 van deze bijlage schrijft voor dat „[m]et het oog op OBD, diagnostiek, reparatie en onderhoud van een voertuig, […] de directe gegevensstroom van het voertuig beschikbaar [wordt] gesteld via de seriële gegevenspoort op de gestandaardiseerde connector voor gegevensverbinding […]”. Voorts wordt in de tweede alinea van deze bepaling gepreciseerd dat wanneer het voertuig in beweging is, de gegevens uitsluitend voor „alleen lezen”-functies (read-only functions) beschikbaar worden gesteld.

    29

    Hieruit volgt om te beginnen dat de in artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858 opgenomen verplichting voor voertuigfabrikanten om onbeperkte, gestandaardiseerde en niet-discriminerende toegang te bieden tot de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen, de verplichting omvat om onafhankelijke marktdeelnemers in staat te stellen deze informatie te verwerken en te exploiteren, zonder deze te onderwerpen aan andere dan de in die verordening vastgestelde voorwaarden (zie in die zin arrest van 27 oktober 2022, ADPA en Gesamtverband Autoteile-Handel, C‑390/21, EU:C:2022:837, punt 29). Voorts volgt uit punt 2.9, tweede alinea, van bijlage X bij die verordening dat wanneer het voertuig niet in beweging is, deze marktdeelnemers ruimere toegang moeten hebben tot de in deze laatste bepaling genoemde gegevens dan louter een leestoegang.

    30

    Wat de contextuele uitlegging van de betrokken bepalingen betreft, de punten 6.2 en 6.4 van bijlage X bij verordening 2018/858 bevatten, ten eerste, voorschriften inzake de toegang tot de beveiligingskenmerken van het voertuig en, ten tweede, vereisten inzake de herprogrammering van regeleenheden. Zoals de Europese Commissie in haar schriftelijke opmerkingen heeft opgemerkt, geven deze punten aan in welke gevallen voor de toegang tot de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen bepaalde voorwaarden kunnen worden gesteld wegens het belang van die informatie voor de veiligheid. Buiten deze gevallen moeten onafhankelijke marktdeelnemers dus een recht op toegang tot die informatie hebben, zonder te worden onderworpen aan andere dan de in die verordening vastgestelde voorwaarden (zie in die zin arrest van 27 oktober 2022, ADPA en Gesamtverband Autoteile-Handel, C‑390/21, EU:C:2022:837, punt 32).

    31

    Voor de uitlegging in punt 29 van het onderhavige arrest is steun te vinden in de doelstelling die is geformuleerd in de overwegingen 50 en 52 van verordening 2018/858, namelijk het mogelijk maken van daadwerkelijke concurrentie op de markt voor diensten voor reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen, zodat de markt voor de reparatie en het onderhoud van voertuigen door onafhankelijke marktdeelnemers kan concurreren met de markt van erkende dealers (zie in die zin arrest van 27 oktober 2022, ADPA en Gesamtverband Autoteile-Handel, C‑390/21, EU:C:2022:837, punt 30).

    32

    Onafhankelijke marktdeelnemers moeten dus onbeperkte toegang krijgen tot de informatie die zij nodig hebben om de taak uit te voeren die verband houdt met hun activiteiten in de toeleveringsketen van de markt voor de reparatie en het onderhoud van voertuigen. Indien de toegang tot de in artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858 bedoelde informatie afhankelijk wordt gesteld van voorwaarden waarin deze verordening niet voorziet, dreigt dit het aantal onafhankelijke reparateurs dat toegang heeft tot die informatie te verminderen, met als mogelijk gevolg dat de mededinging op de markt voor diensten voor reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen wordt beperkt en het aanbod voor de consument kleiner wordt. Indien de fabrikanten de toegang tot de rechtstreekse gegevensstroom van het voertuig in de zin van punt 2.9 van bijlage X bij die verordening naar eigen goeddunken zouden kunnen beperken, zouden zij bovendien de toegang tot die stroom afhankelijk kunnen stellen van voorwaarden die deze toegang in de praktijk onmogelijk zouden kunnen maken.

    33

    Voor de in punt 29 van het onderhavige arrest gegeven uitlegging is ook steun te vinden in de ontstaansgeschiedenis van artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858. Terwijl de eerdere regeling – die onderscheid maakte tussen enerzijds de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen en anderzijds de format waarin die toegang moest worden verleend – immers enkel beperkingen met betrekking tot de inhoud van die informatie uitsloot (zie in die zin arrest van 19 september 2019, Gesamtverband Autoteile-Handel,C‑527/18, EU:C:2019:762, punt 28), verplicht artikel 61, lid 1, de fabrikant niet alleen om onbeperkte toegang tot de in deze bepaling bedoelde informatie te bieden, maar ook om die informatie „op gemakkelijk toegankelijke wijze” te presenteren.

    34

    Hieruit volgt dat de bij artikel 61, lid 1, van verordening 2018/858 aan voertuigfabrikanten opgelegde verplichting om onafhankelijke marktdeelnemers via een elektronisch verwerkbare format toegang te bieden tot de in deze bepaling bedoelde informatie, welke verplichting pas is ingevoerd in de loop van de wetgevingsprocedure met betrekking tot deze verordening, verder gaat dan de verplichting om een eenvoudige leestoegang te verlenen (zie in die zin arrest van 19 september 2019, Gesamtverband Autoteile-Handel,C‑527/18, EU:C:2019:762, punten 26 en 34).

    35

    Wat voorts de uit VN-reglement nr. 155 voortvloeiende vereisten inzake cyberbeveiliging betreft, waarop FCA zich beroept, kan worden volstaan met de opmerking dat dit reglement in punt 1.3 bepaalt dat het onder meer de „regionale of nationale wetgeving betreffende de toegang van gemachtigde partijen tot het voertuig, de gegevens, functies en hulpbronnen ervan, en de voorwaarden voor die toegang” onverlet moet laten.

    36

    Wat de verwijzing in nummer 63 van deel I van bijlage II bij verordening 2018/858 naar verordening 2019/2144 betreft, wordt in overweging 27 van deze laatste verordening uitdrukkelijk vermeld dat de veiligheidsmaatregelen waarin deze verordening voorziet, […] de voertuigfabrikant […] niet van de verplichting [mogen] ontslaan om toegang te verschaffen tot uitgebreide diagnostische informatie en de in het voertuig aanwezige gegevens die nodig zijn om een voertuig te repareren en te onderhouden”.

    37

    Net als artikel 5, lid 1, van verordening nr. 661/2009, waarnaar dat nummer 63 tot 5 juli 2022 verwees, bepaalt artikel 4, lid 4, van verordening 2019/2144, waarnaar dat nummer vanaf 6 juli 2022 verwijst, ten slotte dat veiligheidskwesties moeten worden geregeld in het stadium van het ontwerp, de bouw en de assemblage van de voertuigen, en niet ten nadele van andere marktdeelnemers, zoals onafhankelijke marktdeelnemers, hetgeen afbreuk zou doen aan de in punt 31 van het onderhavige arrest in herinnering gebrachte doelstelling.

    38

    Hieruit volgt dat andere dan de in verordening 2018/858 gestelde voorwaarden voor toegang tot de in artikel 61, lid 1, van deze verordening bedoelde informatie, zoals het verbinden van diagnoseapparatuur via internet met een door de fabrikant aangewezen server of voorafgaande registratie van de onafhankelijke marktdeelnemers bij de fabrikant, volgens die verordening niet zijn toegestaan.

    39

    Gelet op een en ander moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat artikel 61, leden 1 en 4, van verordening 2018/858, gelezen in samenhang met bijlage X bij deze verordening, aldus moet worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een voertuigfabrikant de toegang van onafhankelijke marktdeelnemers tot reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen en OBD-informatie, met inbegrip van de schrijftoegang tot die informatie, afhankelijk stelt van andere dan de in die verordening gestelde voorwaarden.

    Kosten

    40

    Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

     

    Het Hof (Achtste kamer) verklaart voor recht:

     

    Artikel 61, leden 1 en 4, van verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van richtlijn 2007/46/EG, gelezen in samenhang met bijlage X bij verordening 2018/858,

     

    moet aldus worden uitgelegd dat

     

    het eraan in de weg staat dat een voertuigfabrikant de toegang van onafhankelijke marktdeelnemers tot reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen en informatie uit het boorddiagnosesysteem, met inbegrip van de schrijftoegang tot die informatie, afhankelijk stelt van andere dan de in die verordening gestelde voorwaarden.

     

    ondertekeningen


    ( *1 ) Procestaal: Duits.

    Top