EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CB0056

Zaak C-56/22: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 8 september 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de tribunal de première instance de Liège — België) — PL / Belgische staat (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Vereiste om de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding uiteen te zetten en om de redenen te vermelden waarom een antwoord op de prejudiciële vraag noodzakelijk is – Onvoldoende preciseringen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid)

PB C 15 van 16.1.2023, p. 20–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 15/20


Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 8 september 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de tribunal de première instance de Liège — België) — PL / Belgische staat

(Zaak C-56/22) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Vereiste om de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding uiteen te zetten en om de redenen te vermelden waarom een antwoord op de prejudiciële vraag noodzakelijk is - Onvoldoende preciseringen - Kennelijke niet-ontvankelijkheid)

(2023/C 15/21)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal de première instance de Liège

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: PL

Verwerende partij: Belgische staat

Dictum

Het verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de tribunal de première instance de Liège (rechtbank van eerste aanleg Luik, België) bij beslissing van 14 januari 2022, is kennelijk niet-ontvankelijk.


(1)  PB C 148 van 4. 4. 2022.


Top