Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CA0567

Gevoegde zaken C-567/22 P–C-570/22 P: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 april 2024 – Vasile Dumitrescu, Guido Schwarz, (C-567/22 P), YT, YU (C-568/22 P), YV (C-569/22 P), ZA (C-570/22 P) / Europese Commissie, Europees Parlement, Raad van de Europese Unie [Hogere voorziening – Openbare dienst – Artikel 8, lid 2, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie – Forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst – Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 – Nieuwe berekeningsregels – Ambtenaren van wie de plaats van herkomst is gelegen buiten het grondgebied van de lidstaten en buiten de landen en gebieden die worden genoemd in bijlage II bij het VWEU en buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) – Beginsel van gelijke behandeling]

PB C, C/2024/3421, 10.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3421/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3421/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2024/3421

10.6.2024

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 april 2024 – Vasile Dumitrescu, Guido Schwarz, (C-567/22 P), YT, YU (C-568/22 P), YV (C-569/22 P), ZA (C-570/22 P) / Europese Commissie, Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

(Gevoegde zaken C-567/22 P–C-570/22 P)  (1)

(Hogere voorziening - Openbare dienst - Artikel 8, lid 2, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie - Forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst - Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 - Nieuwe berekeningsregels - Ambtenaren van wie de plaats van herkomst is gelegen buiten het grondgebied van de lidstaten en buiten de landen en gebieden die worden genoemd in bijlage II bij het VWEU en buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) - Beginsel van gelijke behandeling)

(C/2024/3421)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwiranten: Vasile Dumitrescu, Guido Schwarz (C-567/22 P), YT, YU (C-568/22 P), YV (C-569/22 P), ZA (C-570/22 P) (vertegenwoordigers: L. Levi en J.-N. Louis, advocaten)

Andere partijen in de procedure: YW, YZ (C-569/22 P), YY (C-570/22 P), Europese Commissie (C-567/22 P–C-569/22 P) (vertegenwoordigers: T. S. Bohr en G. Gattinara, gemachtigden), Hof van Justitie van de Europese Unie (C-570/22 P) (vertegenwoordigers: J. Inghelram en A. Ysebaert, gemachtigden), Europees Parlement (vertegenwoordigers: E. Taneva en M. J. Van Pottelberge, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bauer, X. Chamodraka en T. Verdi, gemachtigden)

Dictum

1)

De arresten van het Gerecht van de Europese Unie van 15 juni 2022, Dumitrescu en Schwarz/Commissie (T-531/16, EU:T:2022:362), YT en YU/Commissie (T-532/16, EU:T:2022:363), YV e.a./Commissie (T-533/16, EU:T:2022:364), alsmede YY en ZA/Hof van Justitie van de Europese Unie (T-545/16, EU:T:2022:366), worden vernietigd voor zover het Gerecht daarbij de beroepen heeft verworpen van Vasile Dumitrescu en Guido Schwarz (T-531/16), YT en YU (T-532/16), YV (T-533/16), en ZA (T-545/16) strekkende tot nietigverklaring van het besluit waarbij de Europese Commissie (T-531/16–T-533/16) en het Hof van Justitie van de Europese Unie (T-545/16) voor het eerst op hen de forfaitaire reiskostenvergoeding hebben toegepast krachtens artikel 8, lid 2, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, zoals gewijzigd bij verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, en voor zover het Gerecht bij die arresten uitspraak heeft gedaan over de kosten.

2)

De hogere voorzieningen worden afgewezen voor het overige.

3)

De besluiten van de Europese Commissie tot vaststelling van de rechten van Vasile Dumitrescu en Guido Schwarz inzake de forfaitaire reiskostenvergoeding krachtens artikel 8, lid 2, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, in de versie van verordening nr. 1023/2013, zoals deze besluiten tot uitdrukking komen in hun salarisafrekeningen van juni 2014, worden nietig verklaard.

4)

De besluiten van de Europese Commissie tot vaststelling van de rechten van YT en YU inzake de forfaitaire reiskostenvergoeding krachtens artikel 8, lid 2, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, in de versie van verordening nr. 1023/2013, zoals deze besluiten tot uitdrukking komen in hun salarisafrekeningen van juni of juli 2014, worden nietig verklaard.

5)

Het besluit van de Europese Commissie tot vaststelling van de rechten van YV inzake de forfaitaire reiskostenvergoeding krachtens artikel 8, lid 2, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, in de versie van verordening nr. 1023/2013, zoals dit besluit tot uitdrukking komt in zijn salarisafrekening van juli 2014, wordt nietig verklaard.

6)

Het besluit van het Hof van Justitie van de Europese Unie tot vaststelling van de rechten van ZA inzake de forfaitaire reiskostenvergoeding krachtens artikel 8, lid 2, tweede alinea, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, in de versie van verordening nr. 1023/2013, zoals dit besluit tot uitdrukking komt in zijn salarisafrekening van juli 2014, wordt nietig verklaard.

7)

De Europese Commissie wordt veroordeeld tot betaling aan Vasile Dumitrescu en Guido Schwarz, elk afzonderlijk, van een bedrag dat overeenkomt met het verschil tussen het bedrag van de reiskosten dat zij reeds voor 2014 hebben ontvangen, enerzijds, en het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van een vergoeding die wordt berekend per kilometer geografische afstand tussen hun standplaats en hun plaats van herkomst, vermeerderd met vertragingsrente tegen het wettelijke tarief, anderzijds.

8)

De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten en in de kosten die Vasile Dumitrescu en Guido Schwarz zowel in de procedure bij het Gerecht van de Europese Unie in zaak T-531/16 als in de hogere voorziening in zaak C-567/22 P hebben gemaakt, in de kosten die YT en YU zowel in de procedure bij het Gerecht in zaak T-532/16 als in de hogere voorziening in zaak C-568/22 P hebben gemaakt, en in de kosten die YV zowel in de procedure bij het Gerecht in zaak T-533/16 als in de hogere voorziening in zaak C-569/22 P heeft gemaakt.

9)

Het Hof van Justitie van de Europese Unie draagt haar eigen kosten alsook de kosten die ZA zowel in de procedure bij het Gerecht van de Europese Unie in zaak T-545/16 als in de hogere voorziening in zaak C-570/22 P heeft gemaakt.

10)

Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie dragen hun eigen kosten.


(1)   PB C 441 van 21.11.2022.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3421/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)


Top