Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CA0479

    Zaak C-479/22 P: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 7 maart 2024 – OC / Europese Commissie [Hogere voorziening – Beroep tot schadevergoeding – Niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie – Beweerd onrechtmatig gedrag van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) – Persbericht van OLAF – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie – Verordening (EU) 2018/1725 – Artikel 3, punt 1 – Begrippen „persoonsgegevens” en „identificeerbare natuurlijke persoon” – Onderzoeken door OLAF – Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 – Vermoeden van onschuld – Recht op behoorlijk bestuur]

    PB C, C/2024/2904, 6.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2904/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2904/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    C-serie


    C/2024/2904

    6.5.2024

    Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 7 maart 2024 – OC / Europese Commissie

    (Zaak C-479/22 P)  (1)

    (Hogere voorziening - Beroep tot schadevergoeding - Niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie - Beweerd onrechtmatig gedrag van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) - Persbericht van OLAF - Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie - Verordening (EU) 2018/1725 - Artikel 3, punt 1 - Begrippen „persoonsgegevens” en „identificeerbare natuurlijke persoon” - Onderzoeken door OLAF - Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 - Vermoeden van onschuld - Recht op behoorlijk bestuur)

    (C/2024/2904)

    Procestaal: Grieks

    Partijen

    Rekwirante: OC (vertegenwoordiger: I. Ktenidis, dikigoros)

    Andere partij in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. Adamopoulos, J. Baquero Cruz, F. Blanc Simonetti en A. Bouchagiar, gemachtigden)

    Dictum

    1)

    Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 4 mei 2022, OC/Commissie (T-384/20, EU:T:2022:273), wordt vernietigd voor zover het Gerecht daarbij de vordering van het beroep heeft afgewezen die ertoe strekt dat de Europese Commissie de schade vergoedt die voortvloeit uit de niet-nakoming door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) van zijn verplichtingen krachtens verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 45/2001 en besluit nr. 1247/2002/EG, alsmede uit de schending door OLAF van het beginsel van het vermoeden van onschuld en het recht op behoorlijk bestuur.

    2)

    De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.

    3)

    Zaak T-384/20 wordt terugverwezen naar het Gerecht van de Europese Unie.

    4)

    De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.


    (1)   PB C 340 van 5.9.2022.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2904/oj

    ISSN 1977-0995 (electronic edition)


    Top