Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TN0415

    Zaak T-415/21: Beroep ingesteld op 10 juli 2021 — Banca Popolare di Bari / Commissie

    PB C 401 van 4.10.2021, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.10.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 401/13


    Beroep ingesteld op 10 juli 2021 — Banca Popolare di Bari / Commissie

    (Zaak T-415/21)

    (2021/C 401/14)

    Procestaal: Italiaans

    Partijen

    Verzoekende partij: Banca Popolare di Bari SpA (Bari, Italië) (vertegenwoordigers: A. Zoppini, G. Roberti, I. Perego en G. Parisi, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    veroordeling van de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, tot betaling aan verzoekster van het bedrag van 280 miljoen EUR ter vergoeding van haar materiële schade en een passend bedrag ter vergoeding van haar immateriële schade als gevolg van besluit (EU) 2016/1208 van de Commissie van 23 december 2015 betreffende steunmaatregel SA.39451 (2015/C) (ex 2015/NN) door Italië ten uitvoer gelegd ten gunste van Banca Tercas;

    verwijzing van de Commissie in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan.

    1.

    Eerste middel: de handelwijze van de Commissie was onrechtmatig.

    Verzoekster stelt in dit verband dat er sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending, omdat de Commissie bij de vaststelling van het besluit over geen enkele beoordelingsmarge beschikte, aangezien artikel 107, lid 1, VWEU een nauwkeurige en onvoorwaardelijke bepaling met rechtstreekse werking is, en blijk heeft gegeven van kennelijke beoordelingsfouten. Voorts heeft de Commissie zich gebaseerd op ontoereikend bewijs en heeft zij een onjuiste uitlegging gegeven van de Unierechtspraak die eerst door het Gerecht (arrest van 19 maart 2019, Italië e.a./Commissie, T-98/16, T-196/16 en T-198/16) en vervolgens door het Hof van Justitie (arrest van 2 maart 2021, Commissie/Italië e.a., C-425/19 P) is geformuleerd.

    De door het besluit geschonden regels zijn regels die rechten aan particulieren toekennen, waardoor het besluit in strijd is met de vrijheid van ondernemerschap en het grondrecht op behoorlijk bestuur.

    2.

    Tweede middel: verzoeksters immateriële en materiële schade is veroorzaakt door de onrechtmatige handelwijze van de Commissie.

    Dienaangaande betoogt verzoekster dat, bij gebrek aan andere mogelijke bijdragende factoren, het besluit van de Commissie de beslissende factor is die ten grondslag ligt aan het afgenomen vertrouwen van de clientèle van de bank en de door de bank geleden verliezen. Dat besluit heeft het project voor integratie van Tercas en Caripe en het interventieplan van het Fondo Interbancario di Tutela dei Depositi (Italiaans interbancair depositogarantiestelsel; “FITD”) verhinderd.


    Top