Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0343

    Zaak C-343/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 2 juni 2021 — PV / Zamestnik izpalnitelen direktor na Darzhaven fond “Zemedelie”

    PB C 320 van 9.8.2021, p. 30–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.8.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 320/30


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 2 juni 2021 — PV / Zamestnik izpalnitelen direktor na Darzhaven fond “Zemedelie”

    (Zaak C-343/21)

    (2021/C 320/31)

    Procestaal: Bulgaars

    Verwijzende rechter

    Varhoven administrativen sad

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: PV

    Verwerende partij: Zamestnik izpalnitelen direktor na Darzhaven fond “Zemedelie”

    Prejudiciële vragen

    1)

    Kan, op grond van de uitlegging van artikel 45, lid 4, van verordening (EG) nr. 1974/2006 (1) tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005, ervan worden uitgegaan dat er in een geval als het onderhavige sprake is van “herverkaveling” of “ruilverkaveling”, waardoor een begunstigde een aangegane verbintenis niet kan blijven nakomen?

    2)

    Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, vormt het feit dat een lidstaat niet de nodige maatregelen heeft genomen om ervoor te zorgen dat de verbintenis van een begunstigde aan de nieuwe bedrijfssituatie wordt aangepast, een rechtvaardiging om geen terugbetaling van de middelen te verlangen voor de periode waarin de verbintenis daadwerkelijk is nagekomen?

    3)

    Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, welke uitlegging moet dan worden gegeven aan artikel 31 van verordening (EG) nr. 73/2009 (2) van de Raad van 19 januari 2009, gelet op de vastgestelde feiten van het hoofdgeding, en wat is de aard van de termijn van artikel 75, lid 2, van verordening (EG) nr. 1122/2009 (3) van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad?


    (1)  Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB 2006, L 368, blz. 15).

    (2)  Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB 2009, L 30, blz. 16).

    (3)  Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PB 2009, L 316, blz. 65).


    Top