Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CB0341

    Gevoegde zaken C-341/21 P en C-357/21 P: Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 22 december 2022 — Europese Commissie (C-341/21 P) / KM, Europees Parlement, Raad van de Europese Unie en Raad van de Europese Unie (C-357/21 P) / KM, Europese Commissie, Europees Parlement (Hogere voorziening – Artikel 182 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Openbare dienst – Pensioen – Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie – Artikel 20 van bijlage VIII – Toekenning van een overlevingspensioen – Overlevende echtgenoot van een voormalig ambtenaar die een ouderdomspensioen ontving – Huwelijk gesloten na de beëindiging van de dienst van die ambtenaar – Voorwaarde dat het huwelijk minimaal vijf jaar heeft geduurd op de datum van overlijden van de ambtenaar – Artikel 18 van bijlage VIII – Huwelijk gesloten vóór de beëindiging van de dienst van de ambtenaar – Voorwaarde dat het huwelijk slechts minimaal een jaar heeft geduurd – Exceptie van onwettigheid van artikel 20 van bijlage VIII – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 20 – Beginsel van gelijke behandeling – Artikel 21, lid 1 – Beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd – Artikel 52, lid 1 – Geen onderscheid dat willekeurig is of kennelijk niet toereikend is om het door de wetgever van de Europese Unie nagestreefde doel te bereiken)

    PB C 112 van 27.3.2023, p. 12–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.3.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 112/12


    Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 22 december 2022 — Europese Commissie (C-341/21 P) / KM, Europees Parlement, Raad van de Europese Unie en Raad van de Europese Unie (C-357/21 P) / KM, Europese Commissie, Europees Parlement

    (Gevoegde zaken C-341/21 P en C-357/21 P) (1)

    (Hogere voorziening - Artikel 182 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Openbare dienst - Pensioen - Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie - Artikel 20 van bijlage VIII - Toekenning van een overlevingspensioen - Overlevende echtgenoot van een voormalig ambtenaar die een ouderdomspensioen ontving - Huwelijk gesloten na de beëindiging van de dienst van die ambtenaar - Voorwaarde dat het huwelijk minimaal vijf jaar heeft geduurd op de datum van overlijden van de ambtenaar - Artikel 18 van bijlage VIII - Huwelijk gesloten vóór de beëindiging van de dienst van de ambtenaar - Voorwaarde dat het huwelijk slechts minimaal een jaar heeft geduurd - Exceptie van onwettigheid van artikel 20 van bijlage VIII - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 20 - Beginsel van gelijke behandeling - Artikel 21, lid 1 - Beginsel van non-discriminatie op grond van leeftijd - Artikel 52, lid 1 - Geen onderscheid dat willekeurig is of kennelijk niet toereikend is om het door de wetgever van de Europese Unie nagestreefde doel te bereiken)

    (2023/C 112/15)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    (Zaak C-341/21 P)

    Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. S. Bohr en B. Mongin, gemachtigden)

    Andere partijen in de procedure: KM (vertegenwoordiger: M. Müller-Trawinski, Rechtsanwalt), Europees Parlement (vertegenwoordiger: J. Van Pottelberge, gemachtigde), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Alver en M. Bauer, gemachtigden)

    (Zaak C-357/21 P)

    Rekwirant: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Alver en M. Bauer, gemachtigden)

    Andere partijen in de procedure: KM (vertegenwoordiger: M. Müller-Trawinski, Rechtsanwalt), Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. S. Bohr en B. Mongin, gemachtigden), Europees Parlement (vertegenwoordiger: J. Van Pottelberge, gemachtigde)

    Dictum

    1.

    Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 24 maart 2021, KM/Commissie (T-374/20, niet gepubliceerd, EU:T:2021:162), wordt vernietigd.

    2.

    Het beroep van KM in zaak T-374/20 wordt verworpen.

    3.

    KM wordt verwezen in haar eigen kosten en in de kosten van de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie in zaak T-374/20 en in de zaken C-341/21 P en C-357/21 P.

    4.

    Het Europees Parlement draagt de kosten in zaak T-374/20.


    (1)  PB C 303 van 8.8.2022.

    PB C 310 van 2.8.2021.


    Top