This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CA0769
Case C-769/21: Judgment of the Court (Tenth Chamber) of 8 December 2022 (request for a preliminary ruling from the Administratīvā rajona tiesa — Latvia) — AAS ‘BTA Baltic Insurance Company’ v Iepirkumu uzraudzības birojs, Tieslietu ministrija (Reference for a preliminary ruling — Public procurement — Directive 2014/24/EU — Article 18(1) — Principles of equal treatment, transparency and proportionality — Decision to withdraw an invitation to tender — Tenders submitted separately by two tenderers belonging to the same economic operator and constituting the two most economically advantageous tenders — Refusal of the successful tenderer to sign the contract — Decision of the contracting authority to refuse the tender of the next tenderer, terminate the procedure and issue a new call for tenders)
Zaak C-769/21: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 8 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administratīvā rajona tiesa — Letland) — AAS “BTA Baltic Insurance Company” / Iepirkumu uzraudzības birojs, Tieslietu ministrija (Prejudiciële verwijzing – Overheidsopdrachten – Richtlijn 2014/24/EU – Artikel 18, lid 1 – Beginselen van gelijke behandeling, transparantie en evenredigheid – Besluit tot intrekking van een aanbesteding – Inschrijvingen die afzonderlijk worden ingediend door twee inschrijvers die tot dezelfde ondernemer behoren en die de twee economisch meest voordelige inschrijvingen vormen – Weigering van de gekozen inschrijver om de overeenkomst te ondertekenen – Besluit van de aanbestedende dienst om de inschrijving van de volgende inschrijver te weigeren, de procedure te beëindigen en een nieuwe aanbesteding uit te schrijven)
Zaak C-769/21: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 8 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administratīvā rajona tiesa — Letland) — AAS “BTA Baltic Insurance Company” / Iepirkumu uzraudzības birojs, Tieslietu ministrija (Prejudiciële verwijzing – Overheidsopdrachten – Richtlijn 2014/24/EU – Artikel 18, lid 1 – Beginselen van gelijke behandeling, transparantie en evenredigheid – Besluit tot intrekking van een aanbesteding – Inschrijvingen die afzonderlijk worden ingediend door twee inschrijvers die tot dezelfde ondernemer behoren en die de twee economisch meest voordelige inschrijvingen vormen – Weigering van de gekozen inschrijver om de overeenkomst te ondertekenen – Besluit van de aanbestedende dienst om de inschrijving van de volgende inschrijver te weigeren, de procedure te beëindigen en een nieuwe aanbesteding uit te schrijven)
PB C 35 van 30.1.2023, p. 18–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.1.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 35/18 |
Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 8 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administratīvā rajona tiesa — Letland) — AAS “BTA Baltic Insurance Company” / Iepirkumu uzraudzības birojs, Tieslietu ministrija
(Zaak C-769/21) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Overheidsopdrachten - Richtlijn 2014/24/EU - Artikel 18, lid 1 - Beginselen van gelijke behandeling, transparantie en evenredigheid - Besluit tot intrekking van een aanbesteding - Inschrijvingen die afzonderlijk worden ingediend door twee inschrijvers die tot dezelfde ondernemer behoren en die de twee economisch meest voordelige inschrijvingen vormen - Weigering van de gekozen inschrijver om de overeenkomst te ondertekenen - Besluit van de aanbestedende dienst om de inschrijving van de volgende inschrijver te weigeren, de procedure te beëindigen en een nieuwe aanbesteding uit te schrijven)
(2023/C 35/20)
Procestaal: Lets
Verwijzende rechter
Administratīvā rajona tiesa
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: AAS “BTA Baltic Insurance Company”
Verwerende partijen: Iepirkumu uzraudzības birojs, Tieslietu ministrija
Dictum
Het evenredigheidsbeginsel in de zin van artikel 18, lid 1, van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG
moet aldus worden uitgelegd dat
het zich verzet tegen een nationale regeling die de aanbestedende dienst verplicht om de aanbestedingsprocedure te beëindigen wanneer, bij terugtrekking van de inschrijver die oorspronkelijk was geselecteerd omdat hij de economisch meest voordelige inschrijving had ingediend, de inschrijver die de tweede economisch meest voordelige inschrijving heeft ingediend met de oorspronkelijk geselecteerde inschrijver één enkele ondernemer vormt.