Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0580

    Zaak C-580/21, EEW Energy from Waste: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 20 april 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — EEW Energy from Waste Großräschen GmbH / MNG Mitteldeutsche Netzgesellschaft Strom GmbH (Prejudiciële verwijzing – Milieu – Richtlijn 2009/28/EG – Bevordering van energie uit hernieuwbare energiebronnen – Artikel 16, lid 2, onder c) – Toegang tot de transmissie- en distributienetwerken – Toegang bij voorrang voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen – Productie uit zowel hernieuwbare als conventionele energiebronnen)

    PB C 205 van 12.6.2023, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.6.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 205/6


    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 20 april 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — EEW Energy from Waste Großräschen GmbH / MNG Mitteldeutsche Netzgesellschaft Strom GmbH

    (Zaak C-580/21 (1), EEW Energy from Waste)

    (Prejudiciële verwijzing - Milieu - Richtlijn 2009/28/EG - Bevordering van energie uit hernieuwbare energiebronnen - Artikel 16, lid 2, onder c) - Toegang tot de transmissie- en distributienetwerken - Toegang bij voorrang voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen - Productie uit zowel hernieuwbare als conventionele energiebronnen)

    (2023/C 205/07)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesgerichtshof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: EEW Energy from Waste Großräschen GmbH

    Verwerende partij: MNG Mitteldeutsche Netzgesellschaft Strom GmbH

    in tegenwoordigheid van: 50 Hertz Transmission GmbH

    Dictum

    1)

    Artikel 16, lid 2, onder c), van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van richtlijn 2001/77/EG en richtlijn 2003/30/EG,

    moet aldus worden uitgelegd dat

    de voorrang bij de toegang tot het elektriciteitsnet die wordt verleend aan elektriciteitsopwekkingsinstallaties die gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen, niet alleen moet worden verleend aan installaties die elektriciteit uitsluitend uit hernieuwbare energiebronnen opwekken maar ook aan installaties die elektriciteit uit zowel hernieuwbare als conventionele energiebronnen opwekken.

    2)

    Artikel 16, lid 2, onder c), van richtlijn 2009/28

    moet aldus worden uitgelegd dat

    een installatie die elektriciteit opwekt uit zowel hernieuwbare als conventionele energiebronnen, enkel voor het aandeel elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen voorrang geniet bij de toegang tot het net. Het is aan de lidstaten om de voorwaarden voor de toepassing van deze voorrang bij de toegang vast te stellen door transparante en niet-discriminerende criteria vast te stellen die het mogelijk maken om een rangorde te bepalen naargelang van de omvang van het aandeel hernieuwbare energiebronnen waarvan elke elektriciteitsopwekkingsinstallatie gebruikmaakt, rekening houdend met de voorschriften inzake de instandhouding van de betrouwbaarheid en veiligheid van het net.


    (1)  PB C 502 van 13.12.2021.


    Top