EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0555

Zaak C-555/21, UniCredit Bank Austria: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 9 februari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — UniCredit Bank Austria AG / Verein für Konsumenteninformation (Prejudiciële verwijzing – Consumentenbescherming – Richtlijn 2014/17/EU – Kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen – Artikel 25, lid 1 – Vervroegde aflossing – Recht van de consument op vermindering van de totale kredietkosten die gelijk is aan de rente en de kosten voor de resterende duur van de overeenkomst – Artikel 4, punt 13 – Begrip ‚totale kosten van het aan de consument verleende krediet’ – Kosten die niet afhangen van de duur van de overeenkomst)

PB C 112 van 27.3.2023, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 112/5


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 9 februari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — UniCredit Bank Austria AG / Verein für Konsumenteninformation

(Zaak C-555/21 (1), UniCredit Bank Austria)

(Prejudiciële verwijzing - Consumentenbescherming - Richtlijn 2014/17/EU - Kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen - Artikel 25, lid 1 - Vervroegde aflossing - Recht van de consument op vermindering van de totale kredietkosten die gelijk is aan de rente en de kosten voor de resterende duur van de overeenkomst - Artikel 4, punt 13 - Begrip ‚totale kosten van het aan de consument verleende krediet’ - Kosten die niet afhangen van de duur van de overeenkomst)

(2023/C 112/06)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberster Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: UniCredit Bank Austria AG

Verwerende partij: Verein für Konsumenteninformation

Dictum

Artikel 25, lid 1, van richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en verordening (EU) nr. 1093/2010

moet aldus worden uitgelegd dat

het zich niet verzet tegen een nationale regeling die bepaalt dat het recht van de consument op vermindering van de totale kredietkosten in geval van een vervroegde aflossing van het krediet enkel de rente en de kosten die afhangen van de duur van de overeenkomst omvat.


(1)  PB C 513 van 20.12.2021.


Top