This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CA0436
Case C-436/21: Judgment of the Court (Eighth Chamber) of 6 October 2022 (request for a preliminary ruling from the Bundesgerichtshof — Germany) — flightright GmbH v American Airlines Inc. (Reference for a preliminary ruling — Air transport — Regulation (EC) No 261/2004 — Article 3(1)(a) — Scope — Article 2(f) to (h) — Concept of ‘ticket’ — Concept of ‘reservation’ — Concept of ‘connecting flight’ — Reservation through a travel agency — Article 7 — Compensation for air passengers in the event of a long delay to a flight — Transport operation consisting of a number of flights operated by separate operating air carriers — Connecting flight departing from an airport located in a Member State with a stop in Switzerland and final destination in a third country)
Zaak C-436/21: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — flightright GmbH / American Airlines, Inc. [Prejudiciële verwijzing – Luchtvervoer – Verordening (EG) nr. 261/2004 – Artikel 3, lid 1, onder a) – Werkingssfeer – Artikel 2, onder f) tot en met h) – Begrip “ticket” – Begrip “boeking” – Begrip “rechtstreeks aansluitende vluchten” – Boeking via een reisbureau – Artikel 7 – Compensatie aan luchtreizigers bij langdurige vertraging van vluchten – Vervoer bestaande uit meerdere vluchten die door verschillende luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd – Rechtstreeks aansluitende vluchten vanaf een luchthaven in een lidstaat, met tussenlanding in Zwitserland en eindbestemming in een derde land]
Zaak C-436/21: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — flightright GmbH / American Airlines, Inc. [Prejudiciële verwijzing – Luchtvervoer – Verordening (EG) nr. 261/2004 – Artikel 3, lid 1, onder a) – Werkingssfeer – Artikel 2, onder f) tot en met h) – Begrip “ticket” – Begrip “boeking” – Begrip “rechtstreeks aansluitende vluchten” – Boeking via een reisbureau – Artikel 7 – Compensatie aan luchtreizigers bij langdurige vertraging van vluchten – Vervoer bestaande uit meerdere vluchten die door verschillende luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd – Rechtstreeks aansluitende vluchten vanaf een luchthaven in een lidstaat, met tussenlanding in Zwitserland en eindbestemming in een derde land]
PB C 451 van 28.11.2022, p. 6–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
28.11.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 451/6 |
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — flightright GmbH / American Airlines, Inc.
(Zaak C-436/21) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Luchtvervoer - Verordening (EG) nr. 261/2004 - Artikel 3, lid 1, onder a) - Werkingssfeer - Artikel 2, onder f) tot en met h) - Begrip “ticket” - Begrip “boeking” - Begrip “rechtstreeks aansluitende vluchten” - Boeking via een reisbureau - Artikel 7 - Compensatie aan luchtreizigers bij langdurige vertraging van vluchten - Vervoer bestaande uit meerdere vluchten die door verschillende luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd - Rechtstreeks aansluitende vluchten vanaf een luchthaven in een lidstaat, met tussenlanding in Zwitserland en eindbestemming in een derde land)
(2022/C 451/07)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: flightright GmbH
Verwerende partij: American Airlines Inc.
Dictum
Artikel 2, onder h), van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91,
moet aldus moet worden uitgelegd dat:
het begrip “rechtstreeks aansluitende vluchten” ook betrekking heeft op vervoer dat meerdere vluchten omvat die worden uitgevoerd door verschillende luchtvaartmaatschappijen waartussen geen bijzondere rechtsverhouding bestaat, wanneer deze vluchten zijn samengevoegd door een reisbureau dat voor dit vervoer een totaalprijs in rekening heeft gebracht en één enkel ticket heeft uitgereikt, zodat een passagier die vertrekt vanaf een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat en die met grote vertraging aankomt op de bestemming van de laatste vlucht, zich kan beroepen op het recht op compensatie krachtens artikel 7 van deze verordening.