EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0266

Zaak C-266/21: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski gradski sad — Bulgarije) — Strafzaak tegen HV (Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk vervoerbeleid – Richtlijn 2006/126/EG – Artikel 11, leden 2 en 4 – Schorsing van de bevoegdheid tot het besturen van een motorvoertuig – Door de lidstaat van de gewone verblijfplaats afgegeven rijbewijs na inwisseling van een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs – Weigering van de eerste lidstaat om een door de tweede lidstaat genomen beslissing tot ontzegging van de rijbevoegdheid uit te voeren – Verplichting voor de tweede lidstaat om de geldigheid van het geschorste rijbewijs op zijn grondgebied niet te erkennen)

PB C 451 van 28.11.2022, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 451/3


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski gradski sad — Bulgarije) — Strafzaak tegen HV

(Zaak C-266/21) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk vervoerbeleid - Richtlijn 2006/126/EG - Artikel 11, leden 2 en 4 - Schorsing van de bevoegdheid tot het besturen van een motorvoertuig - Door de lidstaat van de gewone verblijfplaats afgegeven rijbewijs na inwisseling van een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs - Weigering van de eerste lidstaat om een door de tweede lidstaat genomen beslissing tot ontzegging van de rijbevoegdheid uit te voeren - Verplichting voor de tweede lidstaat om de geldigheid van het geschorste rijbewijs op zijn grondgebied niet te erkennen)

(2022/C 451/04)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski gradski sad

Partij in de strafzaak

HV

In tegenwoordigheid van: Sofiyska gradska prokuratura

Dictum

Het bepaalde in artikel 11, lid 2, juncto lid 4, tweede alinea, van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs,

moet aldus worden uitgelegd dat:

het de lidstaat van de gewone verblijfplaats van de houder van een door deze lidstaat afgegeven rijbewijs toestaat om een beslissing tot tijdelijke ontzegging van de bevoegdheid om een motorvoertuig te besturen, die door een andere lidstaat jegens die houder is genomen wegens een op diens grondgebied begane verkeersovertreding, niet te erkennen en niet ten uitvoer te leggen op zijn grondgebied, ook wanneer dat rijbewijs is afgegeven na inwisseling van een rijbewijs dat eerder was afgegeven door de lidstaat waar deze verkeersovertreding is begaan.


(1)  PB C 263 van 5.7.2021.


Top