This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CA0241
Case C-241/21: Judgment of the Court (Second Chamber) of 6 October 2022 (request for a preliminary ruling from the Riigikohus — Estonia) — I.L. v Politsei- ja Piirivalveamet (Reference for a preliminary ruling — Directive 2008/115/EC — Return of illegally staying third-country nationals — Article 15(1) — Detention — Grounds for detention — General criterion based on the risk that the effective enforcement of the removal would be compromised — Risk that the person concerned would commit a criminal offence — Consequences of the establishment of the offence and the imposition of a penalty — Complication of the removal process — Article 6 of the Charter of Fundamental Rights of the European Union — Restriction of the fundamental right to liberty — Requirement of a legal basis — Requirements of clarity, predictability and accessibility — Protection against arbitrariness)
Zaak C-241/21: Arrest van het Hof (tweede kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus — Estland) — I.L. / Politsei- ja Piirivalveamet (Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2008/115/EU – Terugkeer van illegaal verblijvende derdelanders – Artikel 15, lid 1 – Inbewaringstelling – Gronden voor inbewaringstelling – Algemeen criterium inzake het risico dat de daadwerkelijke uitvoering van de verwijdering wordt ondermijnd – Risico dat er een strafbaar feit wordt gepleegd – Gevolgen van de vaststelling van een strafbaar feit en de uitspraak van een straf – Bemoeilijking van de verwijderingsprocedure – Artikel 6 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Beperking van het grondrecht op vrijheid – Vereiste van een wettelijke grondslag – Vereisten van duidelijkheid, voorzienbaarheid en toegankelijkheid – Bescherming tegen willekeur)
Zaak C-241/21: Arrest van het Hof (tweede kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus — Estland) — I.L. / Politsei- ja Piirivalveamet (Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2008/115/EU – Terugkeer van illegaal verblijvende derdelanders – Artikel 15, lid 1 – Inbewaringstelling – Gronden voor inbewaringstelling – Algemeen criterium inzake het risico dat de daadwerkelijke uitvoering van de verwijdering wordt ondermijnd – Risico dat er een strafbaar feit wordt gepleegd – Gevolgen van de vaststelling van een strafbaar feit en de uitspraak van een straf – Bemoeilijking van de verwijderingsprocedure – Artikel 6 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Beperking van het grondrecht op vrijheid – Vereiste van een wettelijke grondslag – Vereisten van duidelijkheid, voorzienbaarheid en toegankelijkheid – Bescherming tegen willekeur)
PB C 451 van 28.11.2022, p. 2–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
28.11.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 451/2 |
Arrest van het Hof (tweede kamer) van 6 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus — Estland) — I.L. / Politsei- ja Piirivalveamet
(Zaak C-241/21) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2008/115/EU - Terugkeer van illegaal verblijvende derdelanders - Artikel 15, lid 1 - Inbewaringstelling - Gronden voor inbewaringstelling - Algemeen criterium inzake het risico dat de daadwerkelijke uitvoering van de verwijdering wordt ondermijnd - Risico dat er een strafbaar feit wordt gepleegd - Gevolgen van de vaststelling van een strafbaar feit en de uitspraak van een straf - Bemoeilijking van de verwijderingsprocedure - Artikel 6 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Beperking van het grondrecht op vrijheid - Vereiste van een wettelijke grondslag - Vereisten van duidelijkheid, voorzienbaarheid en toegankelijkheid - Bescherming tegen willekeur)
(2022/C 451/02)
Procestaal: Ests
Verwijzende rechter
Riigikohus
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: I.L.
Verwerende partij: Politsei- ja Piirivalveamet
Dictum
Artikel 15, lid 1, van richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven,
moet aldus worden uitgelegd dat:
het een lidstaat niet de mogelijkheid biedt om enkel op grond van een algemeen criterium inzake het risico dat de daadwerkelijke uitvoering van de verwijdering wordt ondermijnd, de inbewaringstelling te bevelen van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land, zonder dat er sprake is van een van de specifieke gronden voor bewaring zoals voorzien en duidelijk omschreven in de wetgeving die ertoe strekt de genoemde bepaling om te zetten in nationaal recht.