Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0112

    Zaak C-112/21: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 2 juni 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X BV/Classic Coach Company vof, Y, Z (Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Merken – Richtlijn 2008/95/EG – Artikel 5 – Rechten verbonden aan het merk – Artikel 6, lid 2 – Beperking van de aan het merk verbonden rechtsgevolgen – Onmogelijkheid voor de houder van een merk om een derde te verbieden om in het economisch verkeer gebruik te maken van een ouder recht van slechts plaatselijke betekenis – Voorwaarden – Begrip “ouder recht” – Handelsnaam – Houder van een jonger merk die een nog ouder recht heeft – Relevantie)

    PB C 284 van 25.7.2022, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    25.7.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 284/9


    Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 2 juni 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — X BV/Classic Coach Company vof, Y, Z

    (Zaak C-112/21) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Harmonisatie van de wetgevingen - Merken - Richtlijn 2008/95/EG - Artikel 5 - Rechten verbonden aan het merk - Artikel 6, lid 2 - Beperking van de aan het merk verbonden rechtsgevolgen - Onmogelijkheid voor de houder van een merk om een derde te verbieden om in het economisch verkeer gebruik te maken van een ouder recht van slechts plaatselijke betekenis - Voorwaarden - Begrip “ouder recht” - Handelsnaam - Houder van een jonger merk die een nog ouder recht heeft - Relevantie)

    (2022/C 284/08)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Hoge Raad der Nederlanden

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: X BV

    Verwerende partijen: Classic Coach Company vof, Y, Z

    Dictum

    1)

    Artikel 6, lid 2, van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat voor de vaststelling dat er sprake is van een “ouder recht” in de zin van deze bepaling niet vereist is dat de houder van dit recht het gebruik van het jongere merk door de houder ervan kan verbieden.

    2)

    Artikel 6, lid 2, van richtlijn 2008/95 moet aldus worden uitgelegd dat kan worden erkend dat een derde een “ouder recht” in de zin van deze bepaling heeft in een situatie waarin de houder van het jongere merk een in de wetgeving van de betrokken lidstaat erkend nog ouder recht heeft op het als merk ingeschreven teken, voor zover de houder van het merk en het nog oudere recht krachtens deze wetgeving de derde op basis van zijn nog oudere recht niet meer kan verbieden om gebruik te maken van zijn jongere recht.


    (1)  PB C 189 van 17.5.2021.


    Top