Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0298

    Zaak T-298/20: Beroep ingesteld op 22 mei 2020 — KD/EUIPO

    PB C 262 van 10.8.2020, p. 29–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.8.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 262/29


    Beroep ingesteld op 22 mei 2020 — KD/EUIPO

    (Zaak T-298/20)

    (2020/C 262/39)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: KD (vertegenwoordigers: S. Pappas en N. Kyriazopoulou, advocaten)

    Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    haar beoordelingsrapport over de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019, dat het EUIPO heeft opgesteld en op 11 maart 2020 aan haar heeft toegezonden, nietig te verklaren;

    de verwerende partij te veroordelen tot betaling van een bedrag van 3 000 EUR ter vergoeding van de immateriële schade die zij als gevolg van het beoordelingsrapport heeft geleden;

    de verwerende partij te verwijzen in alle kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan niet-nakoming van de motiveringsplicht, aangezien het beoordelingsrapport minder gunstig commentaar bevat dan de vorige rapporten en wel zonder enige rechtvaardiging daarvoor, hetgeen een kennelijke feitelijke fout oplevert, met als gevolg dat zij niet haar rechten van verdediging kan uitoefenen.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan niet-nakoming van de zorgplicht door geen rekening te houden met de verschillende projecten die zij heeft uitgevoerd en evenmin met haar motivatie en bereidheid om te werken, ondanks haar gezins- en gezondheidsproblemen.

    3.

    Derde middel, ontleend aan een kennelijke beoordelingsfout, gezien de onsamenhangendheid tussen het commentaar en de punten en het feit dat geen rekening is gehouden met alle geldende criteria.

    De vordering tot vergoeding van de immateriële schade is gebaseerd op het ontstaan van gevoelens van verdriet, angst en onrechtvaardigheid als gevolg van de onrechtmatigheid van het bestreden rapport.


    Top