Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0292

    Zaak T-292/20: Beroep ingesteld op 14 mei 2020 — Yanukovych/Raad

    PB C 222 van 6.7.2020, p. 42–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    6.7.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 222/42


    Beroep ingesteld op 14 mei 2020 — Yanukovych/Raad

    (Zaak T-292/20)

    (2020/C 222/46)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Oleksandr Viktorovych Yanukovych (Sint-Petersburg, Rusland) (vertegenwoordiger: M. Anderson, Solicitor)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    besluit (GBVB) 2020/373 (1) van de Raad nietig verklaren voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

    verordening (EU) 2020/370 (2) van de Raad nietig verklaren voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

    de Raad verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker zeven middelen aan.

    1.

    Eerste middel: verzoeker voldeed op het relevante tijdstip niet aan de vastgestelde criteria om iemand op de lijst te plaatsen.

    2.

    Tweede middel: de Raad heeft kennelijke beoordelingsfouten gemaakt door verzoeker op te nemen in de bestreden maatregelen. De Raad heeft er niet voor gezorgd dat er een voldoende solide feitelijke grondslag was om verzoeker op de lijst te plaatsen en heeft niet nagegaan of de beslissingen van de Oekraïense autoriteiten waar hij zich op baseerde, waren genomen met inachtneming van de rechten van verdediging en het recht op effectieve rechterlijke bescherming.

    3.

    Derde middel: de Raad heeft nagelaten de werkelijke en specifieke redenen te geven waarom verzoeker op de lijst werd geplaatst. De Raad heeft ook verzuimd aan te geven waarom hij meent dat de beslissingen van de Oekraïense autoriteiten waar hij zich op baseert, waren genomen met inachtneming van de rechten van verdediging en het recht op effectieve rechterlijke bescherming van verzoeker.

    4.

    Vierde middel: de rechten van verdediging van verzoeker zijn geschonden en/of doeltreffende bescherming in rechte is hem ontzegd. De Raad heeft nagelaten met verzoeker in overleg te treden alvorens hem opnieuw op de lijst te plaatsen, heeft verzoeker niet alle gegevens bezorgd waarop hij zich baseerde, en heeft verzuimd verzoeker een behoorlijke of eerlijke kans te geven om fouten recht te zetten of informatie te verschaffen. Aan verzoeker is op geen enkel moment serieus, geloofwaardig of concreet bewijs en een motivering verschaft ter rechtvaardiging van het opleggen van beperkende maatregelen en er zijn geen aanwijzingen dat de Raad de opmerkingen van verzoeker in aanmerking heeft genomen alvorens een beslissing te nemen.

    5.

    Vijfde middel: het ontbrak de Raad aan een passende rechtsgrondslag voor de achtste wijzigingsinstrumenten.

    6.

    Zesde middel: de Raad heeft zijn bevoegdheden misbruikt.

    7.

    Zevende middel: verzoekers recht op eigendom op grond van artikel 17, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is geschonden, in die zin dat de beperkende maatregelen een ongerechtvaardigde en onevenredige beperking van dat recht vormen, omdat onder andere: (i) er geen aanwijzingen zijn dat de vermeend door verzoeker verduisterde middelen zich niet meer in Oekraïne bevinden; en (ii) het noodzakelijk noch passend is alle tegoeden van verzoeker te bevriezen, aangezien de Oekraïense autoriteiten inmiddels de waarde hebben bepaald van de verliezen in verband waarmee naar verluidt onderliggende strafzaken tegen verzoeker zijn ingeleid.


    (1)  Besluit (GBVB) 2020/373 van de Raad van 5 maart 2020 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2020, L 71, blz. 10).

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/370 van de Raad van 5 maart 2020 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2020, L 71, blz. 1).


    Top