Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0155

Zaak T-155/20: Beroep ingesteld op 19 maart 2020 — IZ / Parlement

PB C 201 van 15.6.2020, p. 29–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/29


Beroep ingesteld op 19 maart 2020 — IZ / Parlement

(Zaak T-155/20)

(2020/C 201/40)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: IZ (vertegenwoordigers: T. Bontinck en A. Guillerme, advocaten)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

primair:

het ontslagbesluit van 4 juli 2019 nietig te verklaren;

het Europees Parlement te veroordelen tot betaling van een bedrag van 20 000 EUR ter vergoeding van de geleden immateriële schade;

het Europees Parlement te verwijzen in de kosten;

subsidiair:

de onrechtmatigheid vast te stellen van het besluit tot opheffing van de politieke fractie ENV;

dientengevolge, het ontslagbesluit van 4 juli 2019 nietig te verklaren;

het Europees Parlement te veroordelen tot betaling van een bedrag van 20 000 EUR ter vergoeding van de geleden immateriële schade;

het Europees Parlement te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij primair vijf middelen aan, die identiek of soortgelijk zijn aan die welke in het kader van zaak T-154/20, IY/Parlement, zijn aangevoerd.

Subsidiair beroept zij zich op de onrechtmatigheid van het besluit tot opheffing van de Europese politieke fractie ENL. Het besluit tot opheffing is onwettig, aangezien het op een kennelijk onjuiste beoordeling en op misbruik van bevoegdheid berust. Dit betekent dat het ontslagbesluit dat uitsluitend op die opheffing is gebaseerd, ook onrechtmatig is en nietig moet worden verklaard.


Top