EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0151

Zaak T-151/20: Beroep ingesteld op 16 maart 2020 — Tsjechië/Commissie

PB C 175 van 25.5.2020, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/32


Beroep ingesteld op 16 maart 2020 — Tsjechië/Commissie

(Zaak T-151/20)

(2020/C 175/42)

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, J. Vláčil en O. Serdula, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie

Conclusies

de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, gelasten Tsjechië een onverschuldigde betaling te restitueren ten belope van 40 482 255 Tsjechische kroon (CZK), die op 17 maart 2015 ten onrechte en voorwaardelijk op de rekening van de Europese Commissie is gestort;

de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, gelasten Tsjechië een onverschuldigde betaling te restitueren ten belope van 2 698 817 CZK, die op 22 december 2016 ten onrechte en voorwaardelijk op de rekening van de Europese Commissie is gestort;

de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij een middel aan.

Verzoekster stelt dat het bij het litigieuze bedrag gaat om niet-geïnde douaneschulden uit hoofde van de invoer van aanstekers met vuursteentje uit Laos ten belope van 53 976 340 CZK (na aftrek van de inningskosten). Op 17 maart 2015 is naar aanleiding van een verzoek van de Commissie van 21 januari 2015 voorwaardelijk een bedrag van 40 482 255 CZK (75 % van de niet-geïnde douaneschulden) op de rekening van de Commissie gestort. Op 22 december 2016 is een bedrag van 2 698 817 CZK (5 % van de niet-geïnde douaneschulden) op de rekening van de Commissie gestort, in overeenstemming met de vordering van de Commissie het verschil in verband met de verhoging van het aan de Unie af te dragen aandeel tot 80 % bij te betalen.

De storting van dat bedrag op de rekening van de Commissie was onverschuldigd, want deze douanerechten konden niet worden geïnd om redenen die niet aan Tsjechië kunnen worden toegeschreven. Overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder b), van verordening nr. 1150/2000 van 22 mei 2000 (1) was Tsjechië derhalve niet gehouden de Commissie het litigieuze bedrag ter beschikking te stellen.


(1)  Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB 2000, L 130, blz. 1).


Top