Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0004

Zaak T-4/20: Beroep ingesteld op 3 januari 2020 — Sieć Badawcza Łukasiewicz — Port Polski Ośrodek Rozwoju Technologii/Commissie

PB C 87 van 16.3.2020, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 87/22


Beroep ingesteld op 3 januari 2020 — Sieć Badawcza Łukasiewicz — Port Polski Ośrodek Rozwoju Technologii/Commissie

(Zaak T-4/20)

(2020/C 87/27)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Sieć Badawcza Łukasiewicz — Port Polski Ośrodek Rozwoju Technologii (Wrocław, Polen) (vertegenwoordiger: Ł. Stępkowski, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de contractuele vordering uiteengezet in een brief van 13 november 2019 [ref. Ares (2019)6993009], gedateerd 12 november 2019, en in zes debetnota’s opgesteld door verweerster en vergezeld van een begeleidende brief, voor een totaalbedrag van 180 893,90 EUR bestaande uit een hoofdsom van 164 449 EUR en schadevergoeding ten belope van 16 444,90 EUR, onbestaand verklaren en bijgevolg:

verklaren dat de personeelskosten die het voorwerp uitmaken van deze procedure subsidiabel zijn en betaald moeten worden door verweerster; en

verweerster veroordelen tot betaling van een bedrag van 180 893,90 EUR aan verzoeker, vermeerderd met moratoire interesten gelijk aan de wettelijke interestvoet naar Belgisch recht van 8 % per jaar, vanaf 24 december 2019 tot en met de datum van betaling van de hoofdsom, en

subsidiair, voor zover de brief van verweerster van 13 november 2019 [ref. Ares (2019)6993009] een voor beroep vatbare handeling is, het besluit van de Commissie dat in die brief is vervat, nietig verklaren.

hoe dan ook, verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij de volgende middelen aan.

1.

Eerste middel: contractbreuk, bestaande in schending van artikel II.14, lid 1, onder a) en b), in samenhang gelezen met de artikelen II.6, lid 6, II.22, lid 6, en II.24, lid 1, van de bijlagen II bij de subsidieovereenkomsten nrs. 248577-C2POWER, 257626-ACROPOLIS en 215669-EUWB.

2.

Tweede middel, bestaande in schending van het toepasselijke recht, met name het recht van België: schending van de artikelen 1134, 1135 en 1315 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek.

3.

Derde middel, bestaande in schending van het toepasselijke recht, met name het recht van Polen: schending van de artikelen 113, 18, lid 2, en 140 van de Poolse arbeidswet.

4.

Vierde middel: verweerster is wettelijke interest verschuldigd op grond van het algemene beginsel van het Unierecht inzake moratoire interest en op grond van het Belgische recht.

5.

Vijfde middel: schending van het beginsel van gewettigd vertrouwen, aangezien verweerster precieze en onvoorwaardelijke toezeggingen heeft gedaan en deze heeft geschonden.

6.

Zesde middel, betreffende de kosten: verweerster moet als in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen.

7.

Eerste subsidiaire middel: schending van de rechten van verdediging, aangezien verweerster geen bewijs heeft geleverd en verzoeker niet heeft gehoord.

8.

Tweede subsidiaire middel: onjuiste toepassing van het recht, aangezien verweerster de feiten onjuist heeft weergegeven en geen samenhangend bewijsmateriaal heeft geleverd.

9.

Derde subsidiaire middel: niet-nakoming van de motiveringsplicht, aangezien verweerster geen motivering heeft verstrekt en heeft geweigerd haar standpunt toe te lichten.

10.

Vierde subsidiaire middel: schending van het beginsel van gewettigd vertrouwen, aangezien verweerster precieze en onvoorwaardelijke toezeggingen heeft gedaan en deze heeft geschonden.

11.

Vijfde subsidiaire middel, betreffende de kosten: verweerster moet als in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen.


Top