This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CN0524
Case C-524/20: Request for a preliminary ruling from the Městský soud v Praze (Czech Republic) lodged on 20 October 2020 — VÍTKOVICE STEEL, a.s. v Ministerstvo životního prostředí
Zaak C-524/2020: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Městský soud v Praze (Tsjechië) op 20 oktober 2020 — VÍTKOVICE STEEL/Ministerstvo životního prostředí
Zaak C-524/2020: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Městský soud v Praze (Tsjechië) op 20 oktober 2020 — VÍTKOVICE STEEL/Ministerstvo životního prostředí
PB C 443 van 21.12.2020, p. 15–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.12.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 443/15 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Městský soud v Praze (Tsjechië) op 20 oktober 2020 — VÍTKOVICE STEEL/Ministerstvo životního prostředí
(Zaak C-524/2020)
(2020/C 443/16)
Procestaal: Tsjechisch
Verwijzende rechter
Městský soud v Praze
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: VÍTKOVICE STEEL, a.s.
Verwerende partij: Ministerstvo životního prostředí
Prejudiciële vragen
1) |
Vereist artikel 10, lid 8, van besluit 2011/278/EU (1) van de Commissie van 27 april 2011, gelezen in samenhang met bijlage I daarbij, dat voor de periode 2013–2020 kosteloos emissierechten worden toegewezen aan een installatie waarin een procedé wordt uitgevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van een oxystaaloven en waarbij als input met koolstof verzadigd vloeibaar ijzer wordt gebruikt dat afkomstig is van een andere installatie van een andere exploitant, indien tegelijkertijd wordt gewaarborgd dat dubbeltelling of dubbele toewijzing van emissierechten voor vloeibaar ruwijzer wordt voorkomen? |
2) |
Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: is artikel 10, lid 8, van besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011, gelezen in samenhang met bijlage I daarbij, ongeldig met betrekking tot vloeibaar ruwijzer wegens strijdigheid met artikel 2, lid 1, van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, gelezen in samenhang met bijlage I daarbij, in voorkomend ongeldig wegens de onbegrijpelijkheid ervan? |
3) |
Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord: is, gelet op het wegvallen van de rechtsgrondslag ervan, ook artikel 1, lid 1, van besluit 2013/448/EU (2) van de Commissie van 5 september 2013 ongeldig met betrekking tot de installatie met de identificatiecode CZ-existing-CZ-52-CZ-0102-05? |
4) |
Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: moeten artikel 1, lid 1, en artikel 1, lid 2, derde alinea, van besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 met betrekking tot de installatie met de identificatiecode CZ-existing-CZ-52-CZ-0102-05 aldus worden uitgelegd dat er emissierechten voor het vloeibare ruwijzer van die installatie kunnen worden toegewezen op basis van een nieuwe aanvraag van de Tsjechische Republiek, indien dubbeltelling en dubbele toewijzing van de rechten worden uitgesloten? |
5) |
Indien de vierde vraag ontkennend wordt beantwoord: is artikel 1, lid 1, van besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 ongeldig met betrekking tot de installatie met de identificatiecode CZ-existing-CZ-52-CZ-0102-05 wegens strijdigheid met artikel 10, lid 8, van besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011, gelezen in samenhang met bijlage I daarbij? |
6) |
Indien de derde, vierde of vijfde vraag bevestigend wordt beantwoord: hoe moet de autoriteit van de lidstaat in overeenstemming met het Unierecht te werk gaan indien zij in strijd met het Unierecht heeft nagelaten kosteloos emissierechten toe te wijzen aan de exploitant van een installatie waarin een procedé met gebruikmaking van een oxystaaloven wordt uitgevoerd, wanneer de betrokken installatie niet meer in bedrijf is en de periode waarvoor de emissierechten zijn toegewezen reeds is verstreken? |
(1) Besluit van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad [kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2772)] (PB 2011, L 130, blz 1).
(2) Besluit van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad [kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 5666] (PB 2013, L 240, blz. 27).