This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CA0582
Case C-582/20: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 24 February 2022 (request for a preliminary ruling from the Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie — Romania) — SC Cridar Cons SRL v Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Cluj, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Cluj-Napoca (Reference for a preliminary ruling — Common system of value added tax — Directive 2006/112/EC — Articles 167 and 168 — Right to deduction — Refusal — Tax evasion — Evaluation of evidence — Suspension of examination of an administrative complaint relating to a notice of assessment refusing a right to deduction, pending the outcome of criminal proceedings — Procedural autonomy of the Member States — Principle of fiscal neutrality — Right to good administration — Article 47 of the Charter of Fundamental Rights of the European Union)
Zaak C-582/20: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 24 februari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de l’Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie — Roemenië) — SC Cridar Cons SRL / Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Cluj, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Cluj-Napoca [Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikelen 167 en 168 – Recht op aftrek – Weigering – Belastingfraude – Bewijsvoering – Opschorting van de behandeling van een administratief bezwaar tegen een belastingaanslag waarbij, in afwachting van de beëindiging van een strafprocedure, het recht op aftrek wordt geweigerd – Procedurele autonomie van de lidstaten – Beginsel van fiscale neutraliteit – Recht op behoorlijk bestuur – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie]
Zaak C-582/20: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 24 februari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de l’Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie — Roemenië) — SC Cridar Cons SRL / Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Cluj, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Cluj-Napoca [Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikelen 167 en 168 – Recht op aftrek – Weigering – Belastingfraude – Bewijsvoering – Opschorting van de behandeling van een administratief bezwaar tegen een belastingaanslag waarbij, in afwachting van de beëindiging van een strafprocedure, het recht op aftrek wordt geweigerd – Procedurele autonomie van de lidstaten – Beginsel van fiscale neutraliteit – Recht op behoorlijk bestuur – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie]
PB C 165 van 19.4.2022, p. 14–15
(GA)
PB C 165 van 19.4.2022, p. 18–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/18 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 24 februari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de l’Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie — Roemenië) — SC Cridar Cons SRL / Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Cluj, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Cluj-Napoca
(Zaak C-582/20) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 167 en 168 - Recht op aftrek - Weigering - Belastingfraude - Bewijsvoering - Opschorting van de behandeling van een administratief bezwaar tegen een belastingaanslag waarbij, in afwachting van de beëindiging van een strafprocedure, het recht op aftrek wordt geweigerd - Procedurele autonomie van de lidstaten - Beginsel van fiscale neutraliteit - Recht op behoorlijk bestuur - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie)
(2022/C 165/20)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: SC Cridar Cons SRL
Verwerende partijen: Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Cluj, Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Cluj-Napoca
Dictum
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling die de nationale belastingdienst toestaat de behandeling van een administratief bezwaar tegen een belastingaanslag — waarbij een belastingplichtige het recht op aftrek van voorbelasting wordt geweigerd omdat hij bij belastingfraude betrokken is — op te schorten teneinde aanvullende objectieve gegevens inzake deze betrokkenheid te verkrijgen, op voorwaarde dat, ten eerste, een dergelijke opschorting die administratieve bezwaarprocedure niet onredelijk lang vertraagt, ten tweede, de beslissing waarbij die opschorting wordt bevolen feitelijk en rechtens wordt gemotiveerd en aan rechterlijke toetsing kan worden onderworpen en, ten derde, indien uiteindelijk blijkt dat het recht op aftrek in strijd met het Unierecht is geweigerd, de belastingplichtige binnen een redelijke termijn de teruggaaf van het desbetreffende bedrag en in voorkomend geval de bijbehorende vertragingsrente kan verkrijgen. In die omstandigheden is niet vereist dat tijdens die opschorting van de behandeling, de tenuitvoerlegging van de belastingaanslag wordt opgeschort, tenzij dit in geval van ernstige twijfel over de rechtmatigheid van die aanslag noodzakelijk is om ernstige en onherstelbare schade aan de belangen van de belastingplichtige te voorkomen.