Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0391

    Zaak C-391/20: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 7 september 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Latvijas Republikas Satversmes tiesa — Letland) — Procedure ingeleid door Boriss Cilevičs e.a. (Prejudiciële verwijzing – Artikel 49 VWEU – Vrijheid van vestiging – Beperking – Rechtvaardiging – Inrichting van het onderwijsstelsel – Instellingen voor hoger onderwijs – Verplichting om onderwijsprogramma’s aan te bieden in de officiële taal van de betrokken lidstaat – Artikel 4, lid 2, VEU – Nationale identiteit van een lidstaat – Bescherming en bevordering van de officiële taal van een lidstaat – Evenredigheidsbeginsel)

    PB C 408 van 24.10.2022, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.10.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 408/7


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 7 september 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Latvijas Republikas Satversmes tiesa — Letland) — Procedure ingeleid door Boriss Cilevičs e.a.

    (Zaak C-391/20) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Artikel 49 VWEU - Vrijheid van vestiging - Beperking - Rechtvaardiging - Inrichting van het onderwijsstelsel - Instellingen voor hoger onderwijs - Verplichting om onderwijsprogramma’s aan te bieden in de officiële taal van de betrokken lidstaat - Artikel 4, lid 2, VEU - Nationale identiteit van een lidstaat - Bescherming en bevordering van de officiële taal van een lidstaat - Evenredigheidsbeginsel)

    (2022/C 408/07)

    Procestaal: Lets

    Verwijzende rechter

    Latvijas Republikas Satversmes tiesa

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Boriss Cilevičs, Valērijs Agešins, Vjačeslavs Dombrovskis, Vladimirs Nikonovs, Artūrs Rubiks, Ivans Ribakovs, Nikolajs Kabanovs, Igors Pimenovs, Vitālijs Orlovs, Edgars Kucins, Ivans Klementjevs, Inga Goldberga, Evija Papule, Jānis Krišāns, Jānis Urbanovičs, Ļubova Švecova, Sergejs Dolgopolovs, Andrejs Klementjevs, Regīna Ločmele-Luņova, Ivars Zariņš

    in tegenwoordigheid van: Latvijas Republikas Saeima

    Dictum

    Artikel 49 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een regeling van een lidstaat op grond waarvan hogeronderwijsinstellingen in beginsel verplicht zijn om het onderwijs uitsluitend in de officiële taal van die lidstaat aan te bieden, voor zover een dergelijke regeling is gerechtvaardigd op grond van redenen die verband houden met de bescherming van de nationale identiteit van deze lidstaat, dat wil zeggen voor zover deze regeling noodzakelijk is voor en evenredig is aan de bescherming van het rechtmatig nagestreefde doel.


    (1)  PB C 359 van 26.10.2020.


    Top